Schikgodinnen

betekenis & definitie

Schikgodinnen (MOVQCU, Parcae), dochters van den Nacht of van Zeus (Júpiter) en Themis, werden nu eens beschouwd als de verhevene, magtige godinnen van het eeuwige noodlot, goden en menschen beheerschende, dan weder als godinnen van leven en dood, den levensdraad der menschen voortspinnende of dien afknippende. Zij waren drie in getal, namelijk Clotho (de Spinster), Lachesis (de Lotbeschikster) en Atropos (de Onvermurwbare). De dichters stelden ze soms voor als oude vrouwen, en de beeldhouwers gaven haar een middelbaren leeftijd en bepaalde attributen, namelijk aan Clotho een spinrokken of papierrol, aan Lachesis eene stift, waarmede zij het noodlot aan wijst, en aan Atropos eene schaar, eene balans, een zonnewijzer of eene graveernaald.