Russegger (Joseph), een verdienstelijk Duitsch reiziger, geboren te Salzburg den 18den November 1802, wijdde zich te Schemnitz aan de beoefening van het mijnwezen, trad in 1825 in Oostenrijksche staatsdienst en werd opzigter der mijnen te Böckstein bij Gastein. Nadat hij in 1836 op last van den Onderkoning van Egypte dit land uit een geognostisch oogpunt onderzocht had, drong hij in 1838 door in de binnenlanden van Afrika tot aan de goudwasscherijen van Kiamil. Later bezocht hij Palaestina, den Griekschen Archipel, Griekenland, Italië, Sicilië, Duitschland, België, Frankrijk, Engeland, Schotland en Skandinavië, en deelde zijne ervaringen mede in het werk: „Reisen in Europa, Asien und Afrika (1841—1850, 7 dln met atlas)”. In 1843 werd hij bestuurder der zoutgroeven te Wieliczka in Galicië, in 1850 directeur der mijn- en bosch-académie te Schemnitz, in 1848 lid der Académie van Wetenschappen te Weenen, en overleed den 20sten junij 1863.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
