Onder dezen naam vermelden wij:
Ruben, volgens de Hebreeuwsche sage den oudsten zoon van den aartsvader Jacób en den stamvader van een Israëlietischen stam, die na de verovering van Kanaan zijn gebied betrok aan de overzijde van de Jordaan, tusschen de Arnon en het stamgebied van Dan.
Christian Ruben, een verdienstelijk schilder, geboren te Trier in 1805. Hij ontwikkelde zich sedert 1823 te Düsseldorf onder de leiding van Cornelius, en toefde sedert 1826 te München als medewerker aan de cartons voor glasschilderingen in den dom van Regensburg enz. In 1836 zag hij zich belast met het leveren van compositiën ter versiering van het kasteel Hobenschwangau. Daarop schilderde hij genrestukken in olieverf en was vervolgens werkzaam voor het Kunstgenootschap te Hannover. In 1841 werd hij directeur van de académie te Praag, waar hij het Belvedère met muurschilderijen versierde. Ook beschilderde hij voor den prins von Salm eene prachtige zaal en penseelde voor de kerk te Turnau 3 altaarstukken. Van 1852—1872 was hij directeur van de académie te Weenen, en overleed aldaar den 9den Julij 1875. Onderscheidene stukken van zijne hand zijn door de graveernaald algemeen verspreid, vooral ook zijn „Columbus, eene nieuwe wereld ontdekkend”.
