Rozen-olie, door de Engelschen attar genaamd, is eene aetherische olie, door destillatie van rozenbladeren met water bereid. Men vervaardigt die in Oost-Indië, China en Perzië, en voor den Européschen handel in de ten zuiden van den Balkan gelegene districten Kissanlik, Philippopel, Eski Sagra, Tsjirpan enz. De rozen-olie, in het zuiden van Frankrijk verkregen, wordt aldaar tot parfumerieën verbruikt. Men destilleert de rozen, nadat zij vroeg in den morgen verzameld zijn, in hoeveelheden van 12—25 Ned. pond in koperen destilleerketels en verkrijgt alsdan ongeveer 0,04% olie.
De opbrengt was in Roemelië gedurende de jaren 1867—1871 jaarlijks gemiddeld 400000 mitskal (elk van 4,8 Ned. wigtje). De olie wordt bewaard in platte, met vilt bedekte, luchtdigt geslotene tinnen of ook in kleine, langwerpige, met goud versierde fleschjes, en komt over Constantinopel in den handel. Zij is lichtgeel, riekt sterk naar rozen, heeft een soortelijk gewigt van 0,87—0,89 en bestaat uit eene vloeibare, zuurstof houdende olie en een kristalliseerbaar, zuurstofvrij, niet riekend stearopten. Dit laatste is inzonderheid in groote hoeveelheid aanwezig in de oliën uit koudere gewesten, zoodat deze veel spoediger verstijven dan die uit warmere landen. Turksche olie verstijft bij 11—16%. Meer nog dan bij het koopen van eenige andere zelfstandigheid dient men bij het aanschaffen van rozen-olie op zijne hoede te wezen tegen vervalsching.