Rotgans (Lucas), een verdienstelijk dichter, geboren te Amsterdam in October 1645, legde zich met ijver toe op de kennis der fraaye letteren, inzonderheid op die der Latijnsche schrijvers. Bij het uitbarsten van den oorlog van 1672 trad hij in dienst, doch toen het gevaar geweken en de kans op bevordering verdwenen was, nam hij zijn ontslag en vestigde zich op de hofstede Kromwijk, toebehoorende aan zijne grootmoeder en gelegen tusschen Breukelen en Maarsen. Hier hield hij zich bezig met de studie der letteren, schreef een groot aantal gedichten, en overleed aan de kinderziekte op den 3den November 1710.
Wij vermelden van hem: „Gedichten op Goudestein aan Johan Huydecoper (1690)”, — „Gedichten (1691)”, — „Koning Willem de derde, heldendicht, met platen van R. de Hooghe (1690, 2 dln)”, —en de vermaarde „Boerenkermis (1708, 2de druk 1734)”. In 1721 werden zijne gedichten verzameld en uitgegeven onder den titel van „Poëzij van verscheidene mengelstoffen”, waarin ook zijne treurspelen: „Scilla” en „Eneas en Turnus” voorkomen, welke tevens afzonderlijk in het licht verschenen zijn.