Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Rigi

betekenis & definitie

Rigi (De) is de naam van een gebergte in de Zwitsersche cantons Schwyz en Lüzern. Het is, als alleenstaand gevaarte, vermaard wegens de treffende natuurtafereelen, welke het den bezoeker aanbiedt. Het verheft zich aan de eene zijde zeer steil, terwijl het aan de andere in terrassen afdaalt, en grenst in het zuiden en westen aan het Vierwaldstädter, in het noorden en oosten aan het Zuger en Lowerzer Meer. Boven de vruchtbare, grazige, ooftrijke dalen verheffen zich uitgestrekte wouden, en boven deze Alpenweiden, waar des zomers meer dan 4000 stuks vee voedsel zoeken en ongeveer 150 herdershutten zich verheffen.

Het gebergte bestaat uit nagelflüh en aan de noordelijke en westelijke helling uit molasse. De hoogste top is er de Rigikulm (1800 Ned. el boven de oppervlakte der zee en 1363 boven den spiegel van het Vierwaldstädter Meer). Aldaar bevinden zich 3 hôtels, gebouwd in 1848, 1856 en 1873. Ten zuidwesten van dezen top verrijst de Rothstoek (1663 Ned. el hoog), en in de laagte, tusschen die beide toppen, ligt de Rigi-staffel (1594 Ned. el hoog) met een badhuis. Iets lager vindt men Kaltbad (1441 Ned. el) in eene bevallige streek, en in een klein dal, zich openend naar de zijde van Goldau en Arth, verheft zich het Klösterli, een gesticht der Capucijnen, met de kerk Maria zum Schnee, die vooral in Augustus en September door vele bedevaartgangers bezocht wordt. In het oostelijk gedeelte van de Rigi verheft zich de Dossen (1681 Ned. el) en de Rigi-Scheideck (1648 Ned. el), die aan de noordzijde zeer steil is, maar oostwaarts, naar de zijde van het Lowerzer Meer eene flaauwere helling heeft, en ten zuiden bij het Vierwaldstädter Meer in den Hochfluh (1693 Ned. el) eindigt. Ook op Rigi-Scheideck heeft men een badhuis. De Rigi werd te voren van verschillende zijden in 3 of 4 uur beklommen, en men begrootte het aantal bezoekers op 40000 in het jaar.

Sedert 1871 is er echter een merkwaardige bergspoorweg van Viznau over Kaltbad en Staffel naar den Kulm geopend, — voorts in 1875 een dergelijke van Arth over Goldau en Klösterli naar Rigi-Staffel, — en in 1874 een zijtak van Kaltbad naar Rigi-Scheideck. Deze spoorwegen zijn ontworpen door de ingenieurs Näff, Zschokke en Riggenbach. De lijn Viznau—Kulm is 7,02 Ned. mijl lang; het hoogteverschil der beide uiteinden is 1308 Ned. el, en de helling is over 1 ⁄₃de der lengte 25%, terwijl de krommingen er een straal hebben ter lengte van 180 Ned. el. Boven den Rothenfluh loopt de spoorweg door een tunnel ter lengte van 75 Ned. el, en bij den uitgang van dezen over eene even zoo lange diepte. Elke trein bestaat uit de locomotief en slechts één waggon. Om sterke hellingen te overwinnen, heeft men midden over den weg eene getande stang aangebragt, waarin de tanden grijpen van raderen, welke zich onder de locomotief en den waggon bevinden. Bij den togt naar beneden behoeft men slechts te remmen. De snelheid staat gelijk met die van een gewonen voetganger, en men heeft uitmuntende maatregelen genomen voor de veiligheid der reizigers.

In 1873 werden ruim 60000, in 1874 ruim 104000 personen langs dien spoorweg vervoerd, doch in 1876 daalde dat getal wegens de mededinging van den spoorweg van Arth, tot nagenoeg 78000. Men heeft op den Rigi-top een uitzigt van verbazenden omvang, westwaarts tot aan het Juragebergte, noordoostwaarts tot aan het Schwarzwald, en zuidwest-, zuid- en zuidoostwaarts tot aan de Alpen van Bern, Unterwalden en Uri. De geschiedenis van het bezoeken van dit gebergte neemt een aanvang met dat van Kaltbad, tot de gemeente Wäggis behoorend, waar bij eene bron met water van 5° C. reeds in de 16de eeuw eene kapél en eene kluis bestonden. Naar de zijde van Arth werd in 1689 het kloostertje der Capucijnen gesticht, alsmede een kerkje, waarin men een wonderdadig Madonnabeeld plaatste. Eerst verschenen er bedevaartgangers en enkele reizigers, doch sedert het midden der 18de eeuw werd de Rigi drukker bezocht; maar vooral werden de bezoekers uitgelokt door het uitmuntend panorama, in 1804 tot 1814 door H. Keller, cartograaf te Zürich, vervaardigd. Eerst bouwde men op den Rigikulm eene herdershut, in 1816 eene herberg en het volgende jaar eene op den Staffel.

Reeds in 1812 was te Kaltbad een flink badhuis gebouwd, en op den Scheideck, waar desgelijks eene bron ontsprong, bouwde men er een in 1840. Een nieuw tijdperk ontstond er door den aanleg der spoorwegen, en in 1873 ontstond te Gersau eene maatschappij, die zich van den eigendom van het geheele gebergte wilde verzekeren. Voor het bouwen en openen van spoorwegen, hotels enz. werden aandeelen ten gezamenlijken bedrage van 10 millioen francs uitgegeven; men verkreeg RigikulmScheideck, en stichtte op eene prachtige plek het hôtel Rigi-First, terwijl de spoorweg Kaltbad-Seheideck werd aangelegd. Maar de verwachtingen waren veel te hoog gespannen, zoodat de maatschappij in Februarij 1876 tot liquidatie moest overgaan. Voorts bleek het in 1878, dat ook de grootsche hôtels op den Rigi geene winsten afwierpen, groot genoeg, Om de rente van het daaraan te koste gelegde kapitaal te bestrijden.

< >