Rietschel (Ernst), een beroemd beeldhouwer, geboren den 15den December 1804 te Pulsnitz in de Saksische Lausitz, bezocht in 1820 de kunstacadémie te Dresden en vervaardigde eerlang een standbeeld van Neptunus, ter hoogte van 2½ Ned. el en bestemd voor het marktplein te Nordhausen; het werd in ijzer gegoten. In 1826 begaf hij zich naar Berlijn, waar hij de toegenegenheid genoot van Rauch, en in 1828 behaalde hij de académische toelage voor eene reis naar Italië, doch als geboortig buiten de grenzen van Pruissen was hij van de mededinging uitgesloten. Niettemin werd op aanbeveling der académie de toelage door Saksen verleend. Nadat hij vooraf met Rauch gewerkt had aan de versiering van den gevel der glyptotheek te München, bezocht hij in 1830 Italië, maar werd reeds in het volgende jaar teruggeroepen, om in het atelier van Rauch aan het reusachtig zitbeeld van koning Friedrich August van Saksen te arbeiden.
In 1832 ontving hij eene aanstelling tot professor aan de académie voor Schoone Kunsten te Dresden, en overleed aldaar den 21sten Februarij 1861. Vóór het académiegebouw verrees een gedenkteeken ter zijner eer. Tot zijne merkwaardigste kunstgewrochten behooren: De reliéfs voor den gevel van het Augusteum te Leipzig, — de cyclus van 12 groote reliéfs (tafereelen uit de geschiedenis der beschaving) in de aula aldaar (1835—1838), — de reliéfs van den schouwburggevel te Dresden en onderscheidene standbeelden van zandsteen vóór dat gebouw (in 1869 door brand vernield), — de reliéfs in den gevel van het gebouw der opera te Berlijn, — Maria, knielend bij het lijk van Jezus (levensgroot), — standbeelden van Thaer en van Lessing, — sieraden aan het nieuwe muséum te Dresden, — het reusachtige dubbele standbeeld van Göthe en Schiller, in 1857 te Weimar onthuld, — onderscheidene borstbeelden, — het reusachtig Luthermonument te Worms, — en de Vier Jaargetijden. Hij zocht steeds het ideaal met de werkelijkheid te vereenigen. Eene verzameling van afgietsels zijner voornaamste kunstgewrochten vindt men in het Rietschel-muséum te Dresden.
