Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Ridderschap

betekenis & definitie

Ridderschap noemde men in de dagen van de Republiek der Vereenigde Nederlanden de edelen, die zitting hadden in de Staten der verschillende gewesten en er het platte land vertegenwoordigden, zoodat zij met de afgevaardigden der steden er de hooge regéring uitmaakten. Onder de grondwetten, die in ons land van 1814 tot 1848 van kracht waren, gaf men den naam van ridderschap aan het geheel der adellijke personen in iedere provincie, aan welke volgens de staatsregeling bepaalde voorregten waren toegekend, inzonderheid dat zij in de Provinciale Staten een afzonderlijken stand vormden en er afzonderlijk vertegenwoordigd werden, evenals de bewoners van de steden en die van den landelijken stand. Door de Grondwet van 1848 echter zijn al die voorregten vervallen.

< >