Ridderschap noemde men in de dagen van de Republiek der Vereenigde Nederlanden de edelen, die zitting hadden in de Staten der verschillende gewesten en er het platte land vertegenwoordigden, zoodat zij met de afgevaardigden der steden er de hooge regéring uitmaakten. Onder de grondwetten, die in ons land van 1814 tot 1848 van kracht waren, gaf men den naam van ridderschap aan het geheel der adellijke personen in iedere provincie, aan welke volgens de staatsregeling bepaalde voorregten waren toegekend, inzonderheid dat zij in de Provinciale Staten een afzonderlijken stand vormden en er afzonderlijk vertegenwoordigd werden, evenals de bewoners van de steden en die van den landelijken stand. Door de Grondwet van 1848 echter zijn al die voorregten vervallen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk