Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Reinhold

betekenis & definitie

Reinhold (Karl Leonhard), een Duitsch wijsgeer, geboren te Weenen den 26sten October 1756, was van 1772—1774 novice bij de Jezuïeten te St. Anna en na de opheffing dezer Orde professor in de Philosophie aan het collége der Barnabieten te St. Michael. Door zijn omgang met Born, Sonnenfels, Denis en anderen, die de verlichte gevoelens van keizer Joseph II aankleefden, zag hij zich gedrongen, het klooster te verlaten en naar Leipzig, later naar Weimar te trekken, waar hij tot het Protestantismus overging en medewerker werd aan de „Deutsche Merkur”, terwijl hij in het huwelijk trad met eene dochter van Wieland. Van 1787 tot 1794 was hij hoogleeraar in de wijsbegeerte te Jena en te Kiel, waar hij den lOden April 1823 als Deensch staatsraad overleed.

Hij schreef: „Briefe über die Kantische Philosophie (1786)”, — „Versuch einer neuen Theorie des menschlichen Vorstellungsvermogens (1789; 2de druk 1795)”, — „Beiträgen zur leichten Uebersicht des Zustandes der Philosophie bei den Anfang des 19 Jahrhundert (1801—1806, 6 afleveringen)”, — „Briefwechsel über das Wesen der Philosophie und das Unwesen der Spekulation (1804)”, — „Grundlegung einer Synonymik für den allgemeinen Sprachgebrauch in den Philosophischen Wisschenschaften (1812)”. — zijn zoon Ernst, geboren te Jena den 18den October 1793, werd in 1824 hoogleeraar in de logica en de metaphysica in die stad, en overleed aldaar als geheim Hofraad den 17den Januarij 1855. Van zijne talrijke geschriften vermelden wij: „Geschichte der Philosophie nach den Hauptmomenten ihrer Entwickelung (1828—1830, 2 dln; 4de druk 1854, 3 dln)", — en „Lehrbuch der Geschichte der Philosophie (1836; 3de druk 1849)”.

< >