Pütter (Johann Stephan), een uitstekend beoefenaar van het staatsregt, geboren te Iserlohn den 25sten Junij 1725, studeerde te Marburg, Halle en Jena, vestigde zich in 1744 aan eerstgenoemde universiteit als privaatdocent en als pleitbezorger, en zag zich in 1746 benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de regten te Göttingen.
In 1753 werd hij er gewoon hoogleeraar, en overleed den 12den Augustus 1807. Van zijne geschriften vermelden wij: „Vollständiges Handbuch der deutschen Rechtshistorie (1762; 2de druk 1772)”, — „Litteratur des deutschen Staatsrechts (1776-1783, 3 dln)”, — en „Historische Entwickelung der heutigen Staatsverfassung des Deutschen Reichs (1786-1787, 3 dln; 3de druk 1798)”.
