Phormium L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Liliaceën. Het omvat slechts eene enkele soort, namelijk het Nieuw-Zeelandsch vlas (P. tenax L.), dat op Nieuw-Zeeland en Norfolk groeit. Deze plant tiert op vochtige plaatsen, wordt 6 tot 20 Ned. palm hoog, heeft lange, wortelstandige, lijn-lancetvormige, in 2 rijen gerangschikte bladeren, die 5—10 Ned. duim breed, roodachtig, van boven groen en glad, glanzig, van onder grijsachtig groen en zeer taai zijn. De talrijke roode bloemen verheffen zich aarvormig op eene schacht ter hoogte van 2½ Ned. el, en de verwrongene, lange, bijna 3-vleugelige, 3-hokkige zaaddoos bevat bolvormige zaden.
In Nieuw-Zeeland gebruiken de inboorlingen de zeer sterke bladvezels tot verschillende oogmerken, en sedert deze plant in Engeland bekend werd, kweekt men haar ook aan in Nieuw-Zuidwallis, Oost-Indië, Mauritius en te Natal. Men verkrijgt er uit de bladeren ongeveer 20% ruwe vezels, die geel of wit, tot 1 Ned. el lang en 0,042—0,12 Ned. streep breed zijn en tot het vervaardigen van touw gebruikt worden. Ook maakt men er geweven stoffen van, die op de bleek helder wit worden.