Pastelein (Portulaca L.), postelein of porselein is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Portulaceën. Het onderscheidt zich door een 2-spletigen, afvallenden kelk, door 4 tot 6 bloembladen, die aan den kelk vastgehecht en aan de basis vrij of zamengegroeid zijn, door 8—15 meeldraden, door een nagenoeg rond vruchtbeginsel, een stamper met een 3tot 6-deeligen stempel, en door eene met een deksel openspringende zaaddoos.
Van de soorten noemen wij de gewone pastelein (P. oleracea L..) met een roodachtigen, vleezigen stengel, nederliggende takken en langwerpige,wigvormige, vleezige bladeren, voorts met okselstandige bloemen, die zich kort vóór den middag openen, om zich spoedig weder te sluiten. De kelk is met het vruchtbeginsel zamengegroeid, en de bloembladen zijn geel. Deze plant groeit overal aan de zeekust, en daar zij eene zeer smakelijke groente oplevert, wordt zij in de tuinen gekweekt. P. sativa Haw is eene grootere soort. Men heeft onder de portulaca’s ook fraaije sierplanten, zooals P. grandiflora Hoek, met paarse, gele, witte of witte en roode bloemen, die op kleine rozen gelijken. Wij geven hiervan eene afbeelding op der natuurlijke grootte.
