Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Paderborn

betekenis & definitie

Paderborn, eene arrondissementshoofdstad in het Pruissische regéringsdistrict Minden, ligt aan den oorsprong van de Pader, eene zijrivier van de Lippe, en heeft 8 poorten, 2 openbare pleinen, ééne Protestantsche en 6 R. Katholieke kerken, eene Synagoge, een klooster der Barmhartige Zusters, een R. Katholiek gymnasium, een seminarium voor onderwijzeressen, eene kraamzaal, een hospitaal, een instituut voor blinden, een R. Katholiek en een Israëlietisch weeshuis en eene vereeniging voor de geschied- en oudheidkunde van Westfalen. De stad is voorts de zetel van onderscheidene regérings-, regterlijke en kerkelijke collegiën en telt bijna 14000 zielen. Tot de merkwaardigste gebouwen behooren er: de dom, in 1163 voltooid, 107 Ned. el lang en in Byzantijnschen stijl opgetrokken, met fraaije portalen, het stoffelijk overschot van den heiligen Lïborius in eene zilver-vergulde doodkist, weleer versierd met de gouden standbeelden der twaalf Apostelen, door Christiaan, hertog van Brunswijck, in 1622 geroofd, — de kerk der Jezuïeten, — en het stadhuis. De universiteit, in 1614 ontstaan uit het collegie der Jezuïeten, in 1592 door bisschop Theodor von Fürstenberg gesticht, met eene godgeleerde en wijsgeerige faculteit, werd in 1819 opgeheven en door een seminarium voor priesters en een convict vervangen, welke 2 instellingen echter in 1873 verdwenen zijn.

De nijverheid bepaalt er zich bij de bierbrouwerij, de brandewijnstokerij, het verwerken van tabak enz. — Paderborn werd in het begin der 11de eeuw van muren voorzien en vervolgens opgenomen onder de hansesteden met de regten eener vrijstad. Na de Hervorming ontstond er twist tusschen de ingezetenen en den bisschop, zoodat zij den 22sten April 1604 door bisschop Theodor ingenomen werd. In 1622 veroverde Christiaan, hertog van Brunswijk, haar bij verrassing, en in den loop van den Dertigjarigen Oorlog werd zij meermalen door de strijdende partijen bezet.

Het voormalig bisdom Paderborn in Westfalen grensde in het oosten aan Hessen, het bisdom Corvei en het vorstendom Kalenberg, in het zuiden aan het hertogdom Westfalen en het graafschap Waldeck, in het westen aan de graafschappen Rietberg en Lippe en het hertogdom Westfalen en in het noorden aan het graafschap Lippe, en telde op 44 geogr. mijl omstreeks 100000 inwoners. Als rijksvorst nam de bisschop op den Rijksdag zitting tusschen de bisschoppen van Hildesheim en Freising, terwijl hij ondergeschikt was aan den aartsbisschop van Mainz. Dit bisdom werd in 795 door Karel de Groote gesticht en in 1803 opgeheven, waarna het aan Pruissen verviel. Bij den Vrede van Tilsit van 1807 werd Paderborn een bestanddeel van het koningrijk Westfalen, doch in 1814 weder aan Pruissen toegekend. Den 16den Julij 1821 werd Paderborn hersteld als suffragaanbisdom van Keulen.

< >