Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Owen

betekenis & definitie

Owen. Onder dezen naam vermelden wij:

John Owen (in het Latijn Audoenus of Ovenus), een Latijnsch dichter. Hij werd geboren in 1560 te Armon in Wales, studeerde te Oxford in de regten, verwierf in 1590 het baccalaureaat, maar moest zich in 1591 wegens armoede met de betrekking van onderwijzer aan eene lagere school vergenoegen. Hij overleed in 1623 te Londen. Zijne „Epigrammata (1612 en later)” onderscheiden zich door bijtende geestigheid, ook tegen de misbruiken der R. Katholieke Kerk, weshalve zij op den Index werden geplaatst.

Robert Owen, een verdienstelijk Engelsch schrijver, die over maatschappelijke aangelegenheden gehandeld heeft. Hij werd geboren den 14den Mei 1771 te Newtown in het graafschap Montgomery. Daar hij bezitter was van een aanzienlijk vermogen, beijverde hij zich, in zijne fabriek te New Lanark philanthropische inrigtingen te doen verrijzen. In een geschrift, getiteld: New views of Society, or essays upon formation of human character (1812)” ontwikkelde hij zijne fantastische denkbeelden, welke naar die van het communismus zweemen. Eene poging, om ze in Amerika in toepassing te brengen, voldeed niet aan zijne verwachtingen. Hij is intusschen de grondlegger van het Chartismus, welks aanhangers naar hem ook wel Owenieten genaamd werden. In zijne latere geschriften openbaarde hij zijne neiging tot het spiritismus, en zijn werk: „The book of the new moral world (1836)” trok veler aandacht tot zich. Hij overleed te Newtown den 17den November 1858, en was tot aan zijn dood getrouw gebleven aan zijne gevoelens, ofschoon hij allengs allen invloed verloren had. — Zijn oudste zoon Robert Dale Owen, geboren te New Lanark in 1804, was eenigen tijd gevolmagtigde der Vereenigde Staten te Napels en schreef onder anderen een zonderling spiritistisch boek: „Footfalls on the boundary of an other world (I860; tweede druk, 1875)”,alsmede: „Threading my way, 27 years of autobiography (1873)”. —Zijn tweede zoon, David Dale Owen, geboren in 1807, overleden in 1860, was een verdienstelijk aardkundige.

Richard Owen, een uitstekend natuurkundige. Hij werd geboren te Lancaster den 20sten Junij 1804, studeerde te Edinburgh in de geneeskunde en vestigde zich als heelmeester te Londen. In 1826 werd hij lid van het „College of surgeons”, in 1835 conservator van het muséum en hoogleeraar in de physiologie aan die inrigting, alsmede leeraar aan de School of mines en aan het Royal Institution, en daarna, dewijl hij om redenen van gezondheid zijne betrekking als leeraar moest nederleggen, directeur der afdeeling voor natuurlijke historie in het Britsch Muséum. Hij was lid van verschillende commissiën, leverde een met platen versierden catalogus van Hunter’s Muséum in 5 deelen, alsmede uitmuntende ontleedkundige verhandelingen over den Nautilus en over de Brachyopoden, en behaalde vooral grooten roem door zijne stelselmatige werken over fossiele dieren. Hij wist met zeldzame scherpzinnigheid de grondvormen der afzonderlijke ontleedkundige stelsels bij de gewervelde dieren op te sporen en aan te wijzen. Op dien grond leverde hij eene ordelijke rangschikking der talrijke door hem waargenomene voorwerpen. Van zijne geschriften vermelden wij: „Archetype and homologs of vertebrate skeleton (1848)”, — „British fossil reptilia of the cretaceous period (1851)”, — „Comparative anatomy, invertebrate animals (1855)”, — „Vertebrate animals (1855)”, — „Crocodilia and Ophidia of the London clay (1859)”, — „On parthenogenesis (1849)”, — „On the nature of limbs (1849)”, — „Fossil reptilia of the wealden (1853—1857)”, — „History of the British fossil mammalia and birds (1846)”, — „On the classification of of mammalia (1859)”, — „Memoir on the Megatherium (1861)”, — „Odontography (23e druk, 1845, 2 dln)”, — „Palaeontology (43e druk, 1869)”, — „Principes d’ostéologie comparée (1855)”, — en „Anatomy of vertebrates (1866—1868, 3 dln)”.

< >