Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Onega

betekenis & definitie

Onega, in het Russisch Onéshkoje Osero, na dat van Ladoga het grootste meer van Europa, ligt ten oosten van het laatstgenoemde en heeft eene oppervlakte van 177 geogr. mijl. Het heeft bijna 3-maal de lengte van zijne breedte. Zijn noordelijke oever onderscheidt zich door vele klippen, eilanden en diepe baaijen, welke laatste vaak eene rij van lange, kleine meren vormen. De grootste van deze, 122 Ned. mijl lang, draagt den naam van Powenezkaja en ligt tusschen het oostelijke vasteland en het schiereiland Saoneshje.

Voor ’t overige zijn de oevers er vlak en eenvormig. Tot de aanzienlijkste eilanden van dit meer behooren: Klimezki met meer dan 30 dorpen, Soemari, de groep der Olenji (Herten eilanden) met uitgestrekte kalksteenbeddingen, Kish, Kerk en Sjenogoelbskij. Het vischrijke meer is gemiddeld jaarlijks 156 dagen met eene ijskorst bedekt. Men vermeldt, dat het hier en daar eene diepte heeft van 400 Ned. el. Dikwijls worden er, evenals in de Poolzee, luchtspiegelingen waargenomen.

Sedert 1832 varen er stoombooten, die vooral graan en nijverheidsartikelen invoeren en metaal, marmer, bouwsteen, leem, hout en visch uitvoeren. Om de scheepvaart te bevorderen is van 1818 tot 1861 het Onega-kanaal gegraven ter lengte van 68 Ned. mijl, met eene breedte van 23 en eene diepte van ruim 2 Ned. el; het verbindt den mond der Wytegra (aan het Meer) met de Sswir, die het Onegamet het Ladogameer vereenigt. Onderscheidene rivieren storten zich in de Onega uit, doch de rivier Onega staat met het meer in geenerlei verband. Zij ontspringt in het Latsja-meer in het gouvernement Olonez, neemt onderscheidene zijrivieren op en stort zich uit in het zuidelijk gedeelte van de Witte Zee.

< >