Oken (Lorenz), eigenlijk Ockenfusz, een beroemd natuurkenner, geboren den 1sten Augustus 1779 te Bohlsbach bij Offenburg in Baden, studeerde te Würzburg en Göttingen in de geneeskunde, vestigde zich te Göttingen als privaatdocent en werd in 1807 buitengewoon hoogleeraar in de geneeskunde te Jena, waar hij voorlezingen hield over natuurlijke wijsbegeerte, algemeene natuurlijke historie, dierkunde, vergelijkende ontleedkunde enz. In 1812 werd hij er gewoon hoogleeraar in de natuurlijke historie en gaf er in 1817 het tijdschrift „Isis” in het licht.
De drukpers genoot aldaar meer vrijheid dan elders in Duitschland, zoodat Oken in zijn tijdschrift stukken opnam, die het misnoegen der regéring gaande maakten, weshalve hem in 1819 de keus werd gegeven tusschen het staken van zijn tijdschrift of het nederleggen van zijn hoogleraarsambt. Oken koos dit laatste, werd in de onaangename onderzoekingen van het Wartburgfeest gewikkeld en woonde na dien tijd ambteloos te Jena. Door zijne „Isis” riep hij in 1822 de vergadering van natuurkundigen bijeen.
In 1827 vertrok hij als privaatdocent naar München en werd er in 1828 gewoon hoogleeraar, doch ging in 1832 in dezelfde betrekking naar Zürich, waar hij den 11den Augustus 1851 overleed. Hij is de ontwerper van een algemeen stelsel, hetwelk alle rijken der natuur omvat. Zijn „Lehrbuch der Naturphilosophie (1808—1811,3 dln; 3de druk, 1843)” bevat eene wijsgeerige uiteenzetting van zijn stelsel, hetwelk in zijn „Lehrbuch der Naturgeschichte (1813—1827, 3 dln)” volkomen ontwikkeld is.
Volgens dat stelsel is de natuurlijke wijsbegeerte de wetenschap van de gestadige veranderingen, door God in de wereld voortgebragt, en hij noemt het hare taak, de ontwikkeling van al het bestaande van de eerste beginselen af voor te stellen. Voorts schreef hij: „Allgemeine Naturgeschichte für alle Stande (1833—1845, 7 dln in 13 afdeelingen)”, — „Die Zeugung (1805)”, — „Abrisz des Systems der Biologie (1806)”, — „Ueber das Universum als Fortsetsung des Sonnensystems (1808)”, — „Erste Ideen zur Theorie des Lichts, der Finsternis, der Farben und der Warme (1808)”, — „Grundzeichnung des natürlichen Systems der Erze (1809)”, — en „Esquisse du systeme d’anatomie, de physiologie et d'histoire naturelle (1821)”.