Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Northumberland

betekenis & definitie

Northumberland, een Engelsch graafschap, grenst in het oosten aan de Noordzee, in het noorden en noordwesten aan Schotland, in het westen aan Cumberland en in het zuiden aan Durham, en telt op nagenoeg 92 geogr. mijl omstreeks 387000 inwoners (1871). Verreweg het grootste gedeelte van dit graafschap wordt ingenomen door naakte heuvels met veengronden en heidevelden. Alleen de Cheviotheuvels aan de grenzen van Schotland zijn met frisch groen bedekt en leveren voedsel voor groote kudden schapen. In de dalen echter, vooral nabij de zee, is de bodem daarentegen zeer vruchtbaar.

Het land wordt besproeid door de Tweed aan de noordelijke en door de Tyne aan de zuidelijke grenzen, alsmede door een aantal kleine kustrivieren. Het klimaat is er nog al guur en nevelachtig. Van de oppervlakte zijn 24% bouw- en 29°/0 weiland. De veestapel bestond er in 1875 uit 18600 paarden, 97000 runderen, 914000 schapen en 13000 zwijnen. Uit de mijnen haalt men er steenkolen en zilverhoudend lood. Van groot belang is er de nijverheid, en deze strekt zich vooral uit tot het vervaardigen van machines, het bouwen van ijzeren schepen, het gieten van ijzer, het weven van wollen goederen en het maken van glaswerk. De hoofdstad van dit graafschap is Newcastle on Tyne.

Northumberland was vóór en na een grafelijke en hertogelijke titel van eenige aanzienlijke geslachten in Engeland. Die titel behoorde het eerst aan het geslacht der Percy's, welks stamvader William de Percy (♰ 1096) met Willem de Veroveraar in Engeland kwam en uitgebreide landen in York en Lincoln in leen verkreeg. Met zijn kleinzoon William stierf dat geslacht uit in de mannelijke lijn.

De goederen en de naam Percy werden toen aanvaard door den echtgenoot zijner dochter, Josceline de Louvain, een jongeren zoon van Godfried I van Brabant. Een zoon van hem, Richard de Percy, was een der 25 baronnen, onder wier bescherming de Magna Charta gesteld werd. Zijn neef Henry nam in 1299 als eerste lord Percy zitting in het Hoogerhuis. Tot de merkwaardige leden van dit geslacht, die den titel van Northumberland voerden, rekent men:

Lord Henry Percy, een achterkleinzoon van reeds genoemden Henry. Hij onderscheidde zich in de oorlogen tegen Frankrijk onder Eduard IV, werd in 1367 graaf van Northumberland, en ondersteunde in 1399, als aanhanger van het Huis Lancaster, Hendrik IV bij het overweldigen van den troon. Hoewel hij daardoor de waardigheid van connetable en aanzienlijke goederen verkreeg, verliet hij in 1403 de zijde des Konings en verzamelde met zijn jongeren broeder Thomas Percy en anderen een leger, om hem van den troon te stooten. Terwijl hij voorts naar de grenzen van Schotland trok, belastte zich in het zuiden zijn zoon Henry, met den bijnaam Hotspur, met het opperbevel en leverde bij Shrewsbury den 21sten Julij 1403 een bloedigen slag, die door het sneuvelen des opperbevelhebbers ter gunste des Konings werd beslist. Daarop kwam in 1404 eene verzoening tot stand tusschen den vader des geneuvelden en Hendrik IV; doch reeds in het volgend jaar nam Northumberland wederom deel aan de zamenspanning van Thomas Mowbray en Richard Scrope, aartsbisschop van York, zoodat hij, om zijn leven te redden, de vlugt moest nemen naar Schotland en vervolgens naar Wallis. Hij zocht nu een aanval te doen in Engeland, maar sneuvelde den 9den Februarij 1408 in den slag van Bramham Moor.

Algernon Percy, tienden graaf van Northumberland. Hij was onder Karel I grootadmiraal, doch kwam daarna in verzet tegen het Hof en verloor bij het uitbarsten van den burgeroorlog zijne waardigheid. Tot de Presbyterianen behoorend, werd hij in 1644 lid van het regéringscomité van het Parlement, maar verklaarde zich in 1649 tegen het indienen eener aanklagt tegen den Koning. Gedurende de heerschappij van Cromwell hield hij zich verwijderd van alle openbare aangelegenheden, doch na diens dood werd hij staatsraad onder Karel II, en overleed den 13den October 1668.

Algernon Percy, vierden hertog van Northumberland. Hij werd geboren den 15den December 1792, nam dienst bij de marine, klom weldra op in rang en zag zich in 1826 met den titel van lord Prudhoe tot pair benoemd. Ter bevordering der oudheidkunde deed hij merkwaardige reizen in het Oosten en werd voorzitter van het Royal Institution en in 1850 schout-bij-nacht, — voorts in het ministérie Derby gedurende omstreeks een jaar eerste lord der Admiraliteit. In 1857 werd hij vice-admiraal, in 1862 admiraal, en overleed den 11den Februarij 1865.

De tegenwoordige hertog van Northumberland is Algernon George Percy, geboren den 2den Mei 1810.

< >