Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Noord-Holland

betekenis & definitie

Noord-Holland, eene Nederlandsche provincie, bestaat grootendeels uit een schiereiland, tusschen de Noord- en de Zuiderzee gelegen en in het zuiden grootendeels afgesloten door het IJ en voor het overig gedeelte door het nieuwe Kanaal van Amsterdam naar zee. Tot deze provincie behooren de eilanden Wieringen, Marken, Urk, Tessel, Vlieland en Ter Schelling. Zij grenst voorts nog met haar oostelijk gedeelte aan Utrecht en ten zuiden aan Zuid-Holland, omvat het noordelijk deel der voormalige provincie Holland, namelijk Amstelland en Kennemerland met een deel van Rijnland, Waterland en West-Friesland, terwijl haar oostelijk gedeelte, aan Utrecht grenzende, den naam van Gooiland draagt, en telde in het laatst van 1875 op bijna 50 geogr. mijl 629345 inwoners, van welke ongeveer3/4de Protestantsche en l/4de de R. Katholieke godsdienst belijden.

Groote rivieren zoekt men er te vergeefs; men heeft de Hollandsche Vecht, de Amstel, de Gaasp, de Spaarne en de Zaan met eenige zijriviertjes, — voorts is Amsterdam door het Noord-Hollandsche Kanaal met het Nieuwe Diep, door de Keulsche Vaart met de Lek en door het Kanaal van IJmuiden met de Noordzee verbonden. Er zijn trekvaarten van Amsterdam naar Haarlem en naar Naarden, van Haarlem naar Leiden, van Alkmaar naar Hoorn, van Hoorn over Edam naar Monnikendam enz., alsmede spoorwegen van Amsterdam naar Utrecht, van Amsterdam over Haarlem naar Leiden, van Amsterdam door het Gooiland naar Amersfoort, en van Haarlem door de Zaanstreek naar het Nieuwe Diep.

Noord-Holland is, behalve bij Petten, door duinen tegen de Noordzee, en aan de oosten zuidzijde door dijken tegen de Zuiderzee en het IJ beveiligd. De grond bestaat er voor een groot gedeelte uit ongemeen vruchtbare polders of drooggemalen meren, zooals: de Beemster, de Schermer, de Wormer, de Purmer, de Haarlemmermeer en de IJ-polders, — ten oosten van den Haarlemmermeerpolder uit veenderijen en in het Gooiland uit een heuvelachtigen zandgrond. Men heeft er 65% bouw- en weiland, 2% bosch, 8% met gebouwen bezette gronden, 9% wegen en wateren en 16% woeste gronden. Ruim 2/3de der oppervlakte is weiland, waar voortreffelijk vee zeer gezochte kaas levert. Men verbouwt er wijders verschillende granen, aardappels, meekrap, kanariezaad, vlas enz. De fabrieknijverheid heeft vooral haren zetel te Amsterdam, Haarlem en in de Zaanstreek.

De voornaamste steden zijn er: Amsterdam, Haarlem, Alkmaar, Hoorn, Zaandam, Enkhuizen, Medemblik, Purmerend, Edam en Monnikendam, terwijl wij tevens melding maken van de bloeijende en volkrijke havenplaats HelderNieuwe Diep met eene Rijks-marinewerf enz. In onderscheidene van deze heeft men belangrijke vee- of kaasmarkten, terwijl Tessel veel wol oplevert. Vele inwoners vinden er hun bestaan in de visscherij, en de groot- en effectenhandel heeft zijn zetel te Amsterdam. Men heeft er eene universiteit te Amsterdam, gymnasia te Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en Enkhuizen, eene Latijnsche school te Hoorn, kweekscholen voor onderwijzers te Haarlem en te Amsterdam, eene voor onderwijzeressen te Haarlem, hoogere burgerscholen te Amsterdam, Haarlem, Zaandam, Alkmaar, Hoorn en Enkhuizen, — voorts seminaria der Doopsgezinde, Luthersche en Israëlietische Kerkgenootschappen te Amsterdam, te Willemsoord een instituut voor de marine, en onderscheidene andere inrigtingen van onderwijs. De provincie is in 4 arrondissementen verdeeld, en hare hoofdstad is Haarlem.