Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Nicéphorus

betekenis & definitie

Nicéphorus, een naam welke Zegedrager beteekent, is die van eenige Oost-Romeinsche Keizers, namelijk:

Nicéphorus I van Seleucia. Hij was grootschatbewaarder en beklom in 802 ten gevolge eener zamenzwering den door keizerin Irene ontruimden troon. Door geldgierigheid beheerscht, regeerde hij met wreedheid en geweld, beroofde den veldheer Bardanes, die desgelijks tot Keizer was uitgeroepen, van het licht der oogen, onderdrukte de geestelijkheid, voerde in 809—807 rampspoedige oorlogen tegen de Arabieren, die hem in Phrygië overwonnen en tot een vernederenden vrede dwongen, en sneuvelde in Julij 811 in een strijd tegen de Boelgaren. Zijn zoon Stauracius werd niet als Keizer erkend, maar in een klooster opgesloten. — Nicéphorus II Bhocas, een Macedoniër. Hij werd geboren in 913, voerde als veldheer van keizer Romanus II voorspoedige oorlogen tegen de Saracenen, veroverde Creta en een gedeelte van Syrië en werd in 963 door keizerin Theophania, nadat zij haren gemaal Romanus door vergif omgebragt had, tot echtgenoot gekozen en door het leger tot Keizer uitgeroepen. Hij was klein van gestalte en mismaakt van voorkomen, maar krachtig van geest, eenvoudig en spaarzaam. Hij vermeerderde de legermagt, ontrukte aan de Saracenen Cilicië en Syrië, streed met gunstig gevolg tegen de Boelgaren, maar bezwaarde het volk met drukkende belastingen en haalde zich, in weerwil van zijne vroomheid, den haat der geestelijkheid op den hals. Hij werd op aansporing van Theophania den 11den December 969 door zijn veldheer Johannes Tzimisces vermoord. — Nicéphorus III Botaniates, in 1078 tegelijk met Nicéphorus Bryennius (vader van den geschiedschrijver), door het leger te Adrianopel tot Keizer uitgeroepen, te Nicaea gekroond.

Nadat Michaël VII zich in een klooster had begeven, aanvaardde hij den troon, maar werd reeds in 1081 door Alexander Comnenus ten val gebragt, waarna ook hij zijne overige levensdagen in een klooster sleet. — Voorts vermelden wij nog: Nicéphorus Constantinopólitanus, een Grieksch geschiedschrijver, geboren in 758. Hij was secretaris van keizerin Irene, daarna monnik en in 806 patriarch van Constantinopel. Toen hij zich tegen den beeldenstorm verzette, werd hij in 814 naar het klooster verwezen, waar hij in 828 overleed. Hij schreef eene „Chronologia com pendiaria”, uitgegeven in 1561 door Camerarius, en een „Breviarium historicum”, loopend van 602 tot 770 en in 1837 in het licht gezonden door Bekker. — Nicéphorus Bryennius, desgelijks een Grieksch geschiedschrijver, geboren in Oresias in Macedonië. Hij werd door den Griekschen keizer Alexius Comnenus, met wiens dochter Anna hij in het huwelijk trad, tot Caesar benoemd en overleed te Constantinopel in 1137. Hij schreef: „Bouwstoffen voor eene geschiedenis van het Huis der Comnenussen”, welke door zijne gemalin gebezigd werden tot zamenstelling van een geschiedwerk, waarvan de eerste 4 boeken, de jaren 1057 tot 1081 omvattend, zijn bewaard gebleven.

< >