Nassr-ed-din of Nasir-ed-din, sjach van Perzië en oudste zoon van Mehemed, geboren in 1830, ondervond op eene treurige wijze, dat zijn jongere broeder werd voorgetrokken, zoodat hij in kommer zijne dagen te Tebriz moest doorbrengen. Na het overlijden van zijn vader werd hij den 15den October 1848 tot den troon geroepen, dien hij aanvankelijk door geweld van wapenen veroveren moest. In den beginne was hij menschenschuw en verstond alleen Turksch, alzoo nieteens het Perzisch. Hij legde zich evenwel hierop toe, leerde daarenboven Fransch en bepaalde zich voorts bij de studie der aardrijkskunde en der dichtkunst, terwijl hij tevens gaarne caricaturen teekende.
Hoewel meer dan 50 jaren oud, vatte hij het voornemen op om eene reis naar Europa te volbrengen en bragt het in 1873 ten uitvoer. Den 19den April verliet hij de hoofdstad Teheran, trok over de Caspische Zee, Astrakan en Moskou naar Petersburg, waar hij den 22sten Mei aankwam, en reisde voorts naar Berlijn, Wiesbaden, Brussel, Londen en Parijs, was tegen het einde van Julij te Weenen, en keerde over Constantinopel en Tiflis naar Perzië terug, waar hij in September 1873 zijn intogt hield in de hoofdstad. Men beloofde zich daarvan zegenrijke gevolgen, die zich dan ook in verbetering der posterij, in het spannen van telegraafdraden en het aanleggen van spoorwegen openbaren; ook de formaliteiten bij de ontvangst van vreemde gezanten werden gewijzigd.