Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mysteriën

betekenis & definitie

Mysteriën (verborgenheden) waren bij de Grieken en later ook bij de Romeinen godsdienstig-staatkundige leerstellingen, die voor het algemeen geheimgehouden en alleen aan ingewijden medegedeeld werden; voorts verstond men daaronder eene geheime eeredienst, eene afzonderlijke soort van godsdienstige gebruiken en plegtigheden, gedeeltelijk bestaande in geheime uitwendige ceremoniën (eigenlijke mysteriën) en gedeeltelijk in eene bepaalde gemoedsgesteldheid (Orgia) en de hieruit voortvloeijende stichting (Telete).

Reinigingen, verzoening en boete, offers, optogten, gezang, dans, in één woord alle gewone godsdienstige gebruiken behoorden ook tot de mysteriën, maar zij droegen meer den stempel der geestdrijverij en werden meestal bij nacht, bij den glans der fakkels en bij het ruischen eener bedwelmende muziek volvoerd. Reeds bij de Eleusinia en Thesmophoria vinden wij dit orgiasmus, hetwelk zich bij de gewone Helleensche godsdienst op eene meer ingetogene en waardige wijze openbaarde en te Rome door eene staatswet verboden was. Later kwam uit Thracië en Phrygië, vervolgens uit het binnenland van Azië die sombere dweeperij, welke de ziel in opstand bragt tegen het ligchaam en gewoonlijk ontaardde in zedeloosheid. De Godheid werd als eene eindelooze, geestige, met de natuur verbondene en achter haar verborgene magt voorgesteld, tot welke men alleen kon naderen door het ligchaam te dooden en er met den geest in af te dalen.

Ook hadden de mysteriën mythen en beelden, doch veel meer symbolen en allegorieën. Die mythen zijn legenden, waarin een theologisch denkbeeld gehuld is in een mythischen vorm; zij hebben meestal betrekking op de geboorte, de lotgevallen, het lijden en sterven der goden, waarbij het goddelijke zinnelijk werd voorgesteld. Hiertoe behooren de zinnebeelden van het goddelijk scheppingsvermogen en van de vruchtbaarheid, zooals de phallus in de Dionysia, — voorts de verschillende attributen der goden, zooals de gemengde drank, de fakkel en de bloemenmand in de mysteriën van Demeter (Ceres), de cymbaal in de Phrygische mysteriën, de slangen, de thyrsus, het vel van het hertkalf, de tol en de spiegel in de mysteriën van Dionysus (Bacchus) enz.

De geheele feestviering was bij de mysteriën van zinnebeeldigen aard. Zij bestond uit mimisch-dramatische voorstellingen uit de geschiedenis der goden, bijv. van den roof van Perséphone (Prosérpina), van het lijden en sterven van Dionysus enz. De toelating tot de mysteriën had plaats na eene plegtige wijding, waarbij de mystagoog aan den nieuweling den eed van geheimhouding afnam. Zij, die de eerste wijding ontvangen hadden, droegen den naam van mysten en de volledig ingewijden dien van epopten. In sommige mysteriën kon ieder, in andere konden alleen vrouwen opgenomen worden, en nog andere bepaalden zich tot een kring van uitverkorenen. Omtrent de leerstellingen, die aan de ingewijden werden medegedeeld, zijn geene bijzonderheden bekend. Men heeft vermoed, dat in sommige gevallen daartoe de eenheid van God en de onsterfelijkheid behoorden, en in andere ook wel ontdekkingen op het gebied der natuurkunde.

Tot de oudste mysteriën behooren die, welke verbonden waren met de eeredienst te Ephyra in Thesprotië, te Phigalia in Arcadië, te Hermione enz. Meer eigenaardig echter zijn de mysteriën der dienst van Demeter, namelijk de Thesmophorische en Eleusinische. Eerstgenoemde bestaan in eene godsdienstige voorstelling des aardrijks, als de vruchtbare moeder van alles wat dienen kan om onze behoeften te bevredigen, — laatstgemelde zijn met de Dionysus-dienst verbonden.

Naast de Eleusinische werden de Samothracische mysteriën voor de heiligste gehouden. Zeer oud en hooggeacht waren ook de mysteriën van Zeus (Jupiter) op Creta: zij werden bij dag op de bergtoppen in de opene lucht gevierd. Uit de dienst van Dionysus ontstonden de Triëterische Nachten, een dweepziek feest der vrouwen, dat in geheel Griekenland werd gevierd. Later stonden de mysteriën van Cybele in hoog aanzien, en men had in Aegina, Thessalië en Samothracië eene geheime dienst van Hecaté, waarbij verminking der geslachtsdelen tot de heilige wetten behoorde, terwijl men ook mysteriën van Aphródite (Venus) vierde, waarbij de zinnelijke geslachtsvermenging tot het uiterste gedreven werd. Men hield deze feesten op Cyprus en in onderscheidene Grieksche Staten.

Voorts had de dienst der Egyptische Isis hare mysteriën. Die van Orpheus ontstonden uit de Thracische Dionysus-dienst, waren in den tijd der Pisistratiden te Athene in gebruik en verspreidden zich over Griekenland gedurende den Peloponnesischen Oorlog. Later werd Orpheus als de stichter beschouwd van alle mysteriën der oudheid. De mysteriën verdwenen echter in de 2de en 3de eeuw, bij de uitbreiding van het Christendom.

Mysteriën noemde men voorts in de middeneeuwen en later eene soort van geestelijke tooneelspelen, namelijk voorstellingen van tafereelen uit de gewijde geschiedenis, vooral van het lijden, de opstanding en de terugkomst van Christus. Die tafereelen werden aanvankelijk opgevoerd door geestelijken en koorknapen in de kerk, doch later ook op straten en pleinen door daartoe gevormde vereenigingen, vooral op Paschen en op Pinksteren. Zij bestonden reeds in de 11de eeuw en bepaalden zich aanvankelijk tot pantomimen. Het levende woord werd er eerst later aan toegevoegd, en de tekst was, zoolang uitsluitend geestelijken speelden, in het Latijn, doch vervolgens ook in de landtaal opgesteld. Toespraken en liederen wisselden daarin elkander af.

Tot de oudste Duitsche mysteriën behoort het fragment van een passiespel uit het begin der 13de eeuw, — voorts het „Spel van de wijze en dwaze maagden” en het „Spel van de heilige Catharina”. In de 15de en 16de eeuw werden in Frankrijk die voorstellingen gegeven door een bepaald genootschap, dat der „Confrérie de la passion”, hetwelk van de eene plaats naar de andere trok. Het tooneel was een door hen medegevoerde wagen van 3 verdiepingen, om hemel, aarde en hel voor te stellen, terwijl nog eene ruimte daar beneden tot kleedkamer diende. In Engeland onderscheidde men voorstellingen van goddelijke verborgenheden (mysteries), van wonderen der Heiligen (miracles) en van leerrijke voorbeelden uit de gewijde geschiedenis (moralities). Zulke mysteriën of passiespelen worden in onze dagen op groote schaal om de 10 jaar opgevoerd te Oberammergau in Beijeren.

< >