Mursuk of Moerzoek, de hoofdstad van Fezzan in Noord-Afrika, ligt in eene ongezonde, lage vlakte aan den karavanenweg van Tripolis naar den Soedan, 500 Ned. el boven de oppervlakte der zee en is door een gebastioneerden leemen muur ter hoogte van 10 Ned. el omgeven.
Van het westen naar het oosten loopt door de stad eene breede straat, de Dendal, waar de voornaamste gebouwen zich verheffen, en zij eindigt op een plein, waar de Kasbah, het kasteel der voormalige Sultans van Fezzan, gelegen is. Te Mursuk heeft het bestuur van Fezzan met een Kaimakam aan het hoofd zijn zetel, alsmede de bevelhebber van 500 Turksche soldaten, die er de bezetting uitmaken. Met de voorsteden, die tusschen palmbosschen gelegen zijn, telt de stad 8000 inwoners, hoofdzakelijk Berbers. Zij drijven een levendigen handel met de voortbrengselen van den Soedan en nemen, in weerwil van alle verbodsbepalingen, ijverig deel aan den slavenhandel der Turken.