Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mozambique

betekenis & definitie

Mozambique is de naam van een gewest aan de oostkust van Zuid-Afrika, tusschen kaap Delgado en den noordelijken mond der Zambezi, terwijl het door het kanaal van Mozambique van het eiland Madagascar gescheiden is. In ruimeren zin omvat Mozambique ook de gezamenlijke Portugésche bezittingen in oost-Afrika, van kaap Delgado tot aan de Delagoa-baai met onbepaalde grenzen naar het westen, en telt op 18000 geogr. mijl omstreeks 300000 inwoners. Daartoe behoren voorts onderscheidene eilandengroepen aan de kust, zooals de Querimba-, Mozambique- en Angosa-eilanden. Nabij den Oceaan is het land zeer vlak, met groote moerassen bedekt en hoogst ongezond.

Verder naar het binnenland wordt de grond hooger en is er in het algemeen met bosschen, bepaaldelijk met kokos- en kopalboomen begroeid. De merkwaardigste rivieren zijn: De Zambezi, de Lori en de Rovoema (Roefama), die zich uitstorten in het kanaal van Mozambique. De inboorlingen behooren tot het volk der Bantoe. Langs de kust van kaap Delgado tot aan de Angosa-rivier woont de uitgebreide stam der Makoea. De leden van dezen stam hebben een breed, plat gelaat, wollig haar, dikke lippen en platte neuzen; zij zijn zeer sterk gebouwd, vreedzaam, opregt en dapper. Zij onderhouden handelsbetrekkingen met de Portugezen en dienen deze als slaven en soldaten. Het binnenland is niet naauwkeurig bekend. Het jaar is hier, gelijk overal tusschen de keerkringen, verdeeld in een nat en een droog saizoen.

De regentijd begint in November en duurt tot aan het einde van Maart. In den zomer is de hitte geweldig groot, en de uitgestrekte moerassen maken de geheele kust, althans voor Europeanen, schier onbewoonbaar. De voornaamste voortbrengselen van den grond zijn er rijst, maïs en gierst. Voorts verbouwt men er koffij en katoen, kokosnoten, bananen en vele andere vruchten. Op de koraalbanken en bij de eilanden vindt men overvloed van visch en schildpadden.

Tot de uitvoerartikelen behooren er ebbenhout, tanden van nijlpaarden, schildpadschalen, kopal, stofgoud, gom en een weinig amber. De slavenhandel, weleer zoo winstgevend voor de Portugésche bezittingen, is aan de kust grootendeels onderdrukt, doch heeft in het binnenland weinig verandering ondergaan. Laatstgemelde bezittingen zijn verdeeld in 5 districten, namelijk Lourenzo Marquez (Delagoabaai, waarop Engeland desgelijks aanspraak maakt), Inhambana, Sofala, Quilimane, Mozambique en het eilandendistrict van Kaap Delgado; zij worden beheerd door een gouverneur, die er gedurende 3 jaren het gezag in handen houdt. Zij dienen inzonderheid tot deportatieplaats, doch alleen voor zware misdadigers, daar Europeanen het klimaat van het kustgewest slechts korten tijd kunnen verduren. De handel van het binnenland naar de Portugésche stations wordt grootendeels gedreven door Kanariërs of afstammelingen van Portugézen en Indische vrouwen.

De stad Mozambique ligt op het eiland van dien naam, een koraalgewrocht ter lengte van 7 Ned. mijl met eene ongezonde luchtgesteldheid. Zij is de zetel van den Portugéschen gouverneur en van een bisschop. Men heeft er naauwe straten, maar over het geheel goed gebouwde huizen en 3 kerken. De bevolking bestaat aldaar uit een klein aantal Portugézen, een klein aantal Kanariërs, eenige Indiërs, maar voor het grootste gedeelte uit slaven en vrije kleurlingen; zij telt 7000 zielen, zonder een Portugeesch garnizoen van 700 man te rekenen. Eene baai, ter lengte van 9 en ter breedte van 4 Ned. mijl, vormt er eene ruime en uitmuntende haven, maar de weleer aanzienlijke handel is sterk afgenomen. Het eiland Mozambique werd het eerst bezocht door Vasco de Gama, terwijl de stad in 1506 in bezit werd genomen door de Portugésche zeevaarders Tristan da Cunha en Albuquerque.

< >