Monge (Gaspard), een uitstekend Fransch wis- en natuurkundige, geboren den 10den Mei 1746 te Beaune, ontving zijne opleiding op het collége te Lyon en werd er reeds op 16-jarigen leeftijd leeraar in de wis- en natuurkunde. Later werd hij in dergelijke betrekking geplaatst aan de artillerieschool te Mézières. Hier deed hij onderscheidene belangrijke uitvindingen, en werd in 1780 lid der Académie van wetenschappen en in 1783 hoogleeraar in de hydrodynamica te Parijs. Hjj was een ijverig voorstander der Revolutie en zag zich den 10den Augustus 1792 benoemd tot minister van Marine, in welke betrekking hij op last der Nationale Conventie het doodvonnis, over Lodewijk XVI uitgesproken, moest laten ten uitvoer brengen.
Kort daarna legde hij de portefeuille neder en belastte zich met het beheer van alle geweerfabieken, geschutgieterijen en kruidmolens der Republiek. Ten tijde van het Directoire stichtte hij eene polytechnische school, nam de lessen in de wiskunde op zich en reisde vervolgens op last der regéring naar Italië, om de veroverde kunstschatten naar Parijs te brengen. In 1798 ging hij met Bonaparte naar Egypte en plaatste zich aan het hoofd van het Egyptische Instituut, bestemd om Egyptische oudheden op te sporen en te verzamelen. Na zijn terugkeer in Frankrijk deed hij afstand van zijn professoraat aan de polytechnische school. In 1805 benoemde de Keizer hem tot senator en in 1806 tot graaf van Pelusium met eene dotatie van 200000 francs, welke Monge ten behoeve van onbemiddelde studenten aanwendde. Na de tweede Restauratie verloor hij zijne betrekkingen, werd in 1816 ook uit het Instituut verwijderd, en overleed den 18den Julij 1818. In 1849 verrees te Beaune een standbeeld ter zijner eer. Van zijne geschriften vermelden wij: „Traité élémentaire de statique (1788; 8ste druk 1846)”, — „Géométrie descriptive (1795; 7de druk, 1847)”, — en „Applicatication de 1’analyse á la géométrie des surfaces du premier et deuxième degré (1795; 5den druk, 1850)”.