Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mohilew

betekenis & definitie

Mohilew, in het Russisch Mogilem, een gouvernement in het westelijk gedeelte van Rusland, grenst in het noorden aan het gouvernement Witebsk, in het oosten aan Smolensk, in het zuidoosten en zuiden aan Tsjernigow en in het westen aan Minsk, en telt op ruim 8721/2 geogr. mijl bijna 1 millioen inwoners. Het land bestaat in het noorden uit eene hoogvlakte, welke zich 274 Ned. el boven de oppervlakte der zee verheft en de waterscheiding vormt tusschen de Duna en de Dnjepr, en in het zuiden uit eene groote vlakte, welke 150—190 Ned. el boven de zee oprijst. Dit gewest wordt besproeid door meer dan 1000 rivieren en beken, welke allen tot het stroomgebied van de Dnjepr en de Duna behooren. In eerstgenoemde storten 250 rivieren zich uit, en onder deze de belangrijke Isosh, welke zelve 333 zijrivieren telt.

De talrijke meren hebben er een geringen omvang, en tot de moerassen behooren er: de Wereteja, de Massalskoje en de Joenowo. De meeste van deze zijn alleen in bevrozen toestand toegankelijk en veroorzaken koortsen en andere ziekten. In sommige gedeelten heeft men een leemgrond, in andere een grind- en kiezelgrond, en voor ’t overige overal zand, terwijl goede teelaarde tot de zeldzaamheden behoort. Men heeft er in het noorden de Devonische, in het westen en zuiden de eoceen- en in het oosten de krijtvorming. Het rijk der delfstoffen levert er ijzer, kalksteen, leem, potklei en turf; ook zijn er minerale bronnen. De landbouw geeft er rogge en in het zuiden ook een overvloed van tarwe. Wijders oogst men er veel hennep en in het zuiden mangelwortels en tabak. Het klimaat is er onaangenaam en vochtig; men heeft er veelal noorde- en noordwestewinden en koude zomernachten.

De oppervlakte bestaat uit 27% boschgrond, 46% bouwland, 7,7% hooiland en 19,3% weide, moeras en onbruikbaar land. Men vangt er veel visch, — voorts zijn er beeren, wolven, vossen, hazen, bunsings en ook eenige herten, reeën en bevers. De veestapel bestond er in 1871 uit 275000 paarden, 333000 runderen, 320000 schapen en 252000 zwijnen. De nijverheid staat er voor ’t overige op een lagen trap van ontwikkeling en bepaalt zich vooral bij het bereiden van brandewijn, leder, papier, glas, talk, linnen en messing. Wat levendiger evenwel is er de hout-industrie, inzonderheid het maken van teer, houten voorwerpen enz. De handel, hoofdzakelijk door Israëlieten gedreven, is er vrij druk en wordt er door de bevaarbare rivieren en door een paar spoorweglijnen ongemeen bevorderd.

Tot de uitvoerartikels behooren er leder, hout, houten voorwerpen, kalk en graan, terwijl er manufacturen, galanterieën en koloniale waren worden ingevoerd. De voornaamste jaarmarkten zijn er die van Lloebawitsji, Chosslawitsji en Gomel. De meerderheid der bevolking bestaat uit Wit-Russen, voorts uit Israëlieten (160000), Polen (28000) en Groot- en Klein-Russen, Lithauers en Duitschers (te zamen ruim 100000). Tot de Grieksch-Katholieken behooren er 80%, tot de Israëlieten 17% en tot de R. Katholieken 3%. De volksontwikkeling laat er veel te wenschen over; de boeren zijn er arm, vuil en onnoozel en eene gemakkelijke prooi voor de schrandere Israëlieten.

De evenzoo genoemde hoofdstad van dit gouvernement, in een bevallig oord aan de Dnjepr gelegen, is eene der fraaiste steden van Rusland en de zetel van een Grieksch- en van een Roomsch-Katholieken aartsbisschop. Men vindt er een oud kasteel, 29 GriekschKatholieke kerken, waaronder de fraaije hoofdkerk, waarvan Catharina II en Joseph II van Oostenrijk in 1780 den eersten steen legden, 2 monnikenkloosters, 4 R. Katholieke kerken, een klooster van Bernhardijnen en een van Carmelieten, eene Protestantsche kerk, 3 synagogen en 33 Israëlietische bedehuizen, — voorts een Grieksch- en R.-Katholiek seminarium, 2 gymnasia voor jongens en meisjes, een in 1679 gebouwd stadhuis met een deftigen toren, armen- en ziekenhuizen, groote kazernen, meer dan 100 looijerijen, een drukken handel en meer dan 40000 inwoners. — Deze stad vindt men het eerst vermeld in oirkonden der 14de eeuw. Zij verkreeg in 1561 van Sigismund Augustus en in 1577 van Stefanus Báthori het Magdeburger regt en onderscheidene voorregten. In 1654 gaf zij zich over aan czaar Alexéi Michailowitsj, doch de inwoners bragten in 1661 de geheele Russische bezetting om het leven en voegden zich bij Polen. Gedurende den oorlog tegen Zweden moest de stad ontzettend hooge lasten betalen, en in 1708 gaf Peter de Groote op krijgskundige gronden haar prijs aan de vlammen. Den 23sten Julij 1812 had er een gevecht plaats tusschen de Franschen onder Davoust en de Russen onder Bragation, waarin laatstgenoemden de nederlaag leden; Daendels voerde er vervolgens bevel, doch capituleerde na den aftogt der Franschen. Digt bij de stad ligt het fraaije park Jantsjin met een kasteel, alwaar in 1780 keizerin Catharina en keizer Joseph II eene zamenkomst hielden.

Er is ook nog een ander Mohilew of eigenlijk Mogilow, eene arrondissementshoofdstad in het Russisch gouvernement Podolië. Zij ligt aan de Dnjestr, bezit 4 Grieksch-Katholieke kerken en ééne Armenische, ééne synagoge en 16 Israëlietische bedehuizen en telt bijna 20000 inwoners. De Christelijke bevolking houdt er zich vooral bezig met tuinbouw, wijnbouw, zijdeteelt enz., en een levendige handel in graan, brandewijn, hout en manufacturen wordt er hoofdzakelijk gedreven door de Israëlieten.

< >