Een hoogst verdienstelijk Engelsch romanschrijver, geboren te Londen den 10den Junij 1792, was de zoon van een Parlementslid, trad in 1806 in de zeedienst, streed dapper onder lord Cochrane en werd bij het enteren van een Fransch oorlogschip zwaar gewond. Daarna nam hij deel aan den oorlog in Amerika, werd in 1815 als scheepskommandant naar St. Helena gezonden en voerde bevel over de oorlogssloep „Rosario”, welke de tijding van Napoleon’s overlijden naar Engeland bragt. In Maart 1823 zeilde hij als bevelhebber eener korvet naar Oost-Indië, ontving er het kommando over de vloot, die de Birmanen bestoken moest, en onderscheidde zich in de expeditie tegen Rangoon.
Hij werd daarna benoemd tot kapitein en tot ridder der Bath-orde. Het opperbevel over de Braziliaansche vloot wees hij in 1839 van de hand. Diep getroffen door het verlies van een veelbelovenden zoon, overleed hij na een langdurig lijden te Langham in Norfolk den 2ien Augustus 1848. Zijne geschriften hebben hem een Européschen roem bezorgd. Daarvan noemen wij: „The naval officer (1829)”, — „The King’s own (1830)” — „Newton Forster (1832)”, — en „Peter Simple (1832)”, — waarop volgden: „Jacob Faithful”, — „Mr. Midshipman Easy”, — „The Pacha of many tales”, — „Japhet in search of a father”, — „Percival Keene" enz-, alsmede: „Diary in America with remarks on its institutions (1839, 3 dln)”, — „The settlers in Canada (1844)”, — en „The mission, or scenes in Africa (1845, 2 dln)”, — en eindelijk een hoog gewaardeerd en algemeen aangenomen seinboek of: „Code of signals” voor de koopvaardij, terwijl zijn roman: „Valerie (1849, 3 dln)” na zijn dood in het licht verscheen. — Zijne dochter Florence, geboren den 9den Julij 1837 en gehuwd met Rosschurch, heeft als novelliste een goeden naam verworven. Zij schreef: „Love’s conflict(1865, 3 dln)”, — „Woman against woman (1865; 2de druk 1868)”, — „The confession of Gerald Estcourt (1867)”,— „Nelly Brooke (1868)”, — „The girls of Feversham (1869)”, — „Pétronel(1870)”,— „The prey of the Gods (1871)”, — en „No intentions (1874)”. Sedert 1872 behoort zij tot de redactie van de „London Society”, terwijl zij ook eene uitgave bezorgde van: „Life and letters of captain Marryat (1872, 2 dln)”.