Marmontel (Jean François), een uitstekend Fransch schrijver, geboren te Bort in Limousin den 11den Julij 1723, was aanvankelijk voor den handel, daarna voor den geestelijken stand bestemd, maar wijdde zich eerst aan het onderwijs en nam toen het besluit om te Parijs als schrijver op te treden. Hij schreef eenige treurspelen, zooals: „Denys Ie tyran (1748)”, — „Aristomène”, — „Cléopâtre”, enz., die evenwel geen grooten bijval vonden. Meer lof ontvingen zijne opera’s, doch zij waren dien vooral verschuldigd aan de muziek der componisten. Weldra ontving hij, door den invloed van madame de Pompadour, een secretariaat te Versailles en daarna de vergunning om den: „Mercure” uit te geven, welke hem hoogst aanzienlijke inkomsten bezorgde.
Intusschen werd dat verlof onder nietsbeteekenende voorwendsels reeds na 2 jaren teruggenomen en hij zelf in de Bastille geworpen. Daarna verschenen zijne keurig gestileerde: „Contes moraux (1761, 2 dln)”, die in nagenoeg alle beschaafde talen werden overgezet. Voorts leverde hij : „Bélisaire (1767)”, — „Les Incas, ou la déstruction de Pérou (1777, 2 dln)”, — de belangrijke: „Mémoires d’un père pour servir à l’instruction de ses enfants”, — „Histoire de la régence du duc d’Orléans”, door hem als historiograaf van Frankrijk opgesteld,— „Poétique française (1763,3 dln)”, — en „Eléments de littérature (1787, 6 dln)”. Hij werd secretaris der Académie Française, verloor bij het uitbarsten der Groote Omwenteling het grootste gedeelte van zijn vermogen, en vestigde zich te Abbeville bij Evreux, waar hij den 31sten December 1799 overleed. Zijne „Oeuvres (1786—1787)” verschenen in 17 en zijne „Oeuvres posthumes” in 14 deelen.