Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Malta

betekenis & definitie

Malta, bij de Ouden Melite, een aan Engeland toebehoorend eiland in de Middellandsche Zee tusschen Sicilië en de Afrikaansche kust, bezit met de naburige eilanden Gozzo, Comino en het onbewoonde Cominotto eene oppervlakte van 6,71 geogr. mijl, van welke Malta 5 beslaat, en telde in 1873 ruim 145000 inwoners. De grond, uit verweerde kalkrotsen met holen en grotten bestaande, is met veel moeite in vruchtbaar land herschapen door middel van aarde, welke men uit Sicilië derwaarts heeft gebragt. Hij is heuvelachtig en vol rotsklippen, en toch maakt men er gebruik van het geringste plekje. Het klimaat is er warm, doch tevens afgekoeld door zeewinden en zeer gezond.

Het ontbreekt er niet aan geiten, schapen, ezels, gevogelte, visch en honig. Voorts verbouwt men er peulvruchten , groenten, sodaplanten, veel katoen, suikerriet, uitmuntende boomvruchten, een weinig wijn en wat graan. Men vindt er een fraaijen plantengroei, en de rozen van Malta waren reeds in de dagen der oudheid vermaard. Er zijn geene bosschen; alleen op het zuidwestelijk gedeelte van het eiland groeit eenig hout. De bodem levert er marmer, albast en goeden bouwsteen, en het zout wordt er uit zeewater bereid. De nijverheid bepaalt er zich bij de vervaardiging van katoenen en zijden stoffen, van sieraden van koraal, van sigaren en schrijnwerkerswaren. Daarentegen zijn handel, scheepvaart en visscherij er van groot belang. De inwoners belijden de R. Katholieke godsdienst en behooren meerendeels tot den Maltésischen (Semietischen) volksstam.

De algemeene taal is er sedert 1823 de Engelsche, doch men spreekt er ook Italiaansch en op het land eene bastaardsoort van Arabisch. Dit eiland, het middelpunt der Engelsche stoomvaart in de Middellandsche Zee, is tevens uit een krijgskundig oogpunt van groot gewigt. Het is om die reden zeer versterkt en bezit groote scheepstimmerwerven en arsenalen. De hoofdstad is er Lavaletta (zie aldaar). De oude hoofdstad, Malta of Civita-Vecchia geheeten, telt 7000 inwoners, bezit oude bouwvallen en ligt in het binnenland. In het voormalig kasteel van den grootmeester, II Boschetto genaamd, bevindt zich thans eene zijdespinnerij.

Malta en Gozzo waren omstreeks het jaar 1400 vóór Chr. Tyrisch-Phoenicische volkplantingen, en van gebouwen uit dien tijd vindt men thans nog sporen op Gozzo. Men wil, dat gedurende het heldentijdperk dit eiland reeds bekend geweest is aan de Grieken, die het Ogygia noemden en als de woonplaats der nymf Calypso beschouwden, wier grot thans nog aangewezen wordt. Beide eilanden werden omstreeks 400 vóór Chr. door de Carthagers bezet, die in den tweeden Punischen Oorlog voor de Romeinen moesten wijken In 56 na Chr. leed de apostel Paulus er schipbreuk, en terwijl de overlevering meldt, dat hij er eene Christelijke gemeente gesticht heeft, brengt men er den vreemdeling thans nog bij de grot, waar hij zijn verblijf heeft gehouden en toont men hem den afdruk van den voet des Apostels, toen hij er aan land stapte. In 454 na Chr. maakten de Wandalen zich van het eiland meester, in 494 de Gothen, in 533 de Byzantijnen onder Belisarius en in 870 de Arabieren, die het Maltache noemden en met eene geringe tusschenpoos tot aan 1090 in bezit hielden. In dat jaar werd het veroverd door de Siciliaansche Noormannen en als een markiezaat met Sicilië verbonden. Dit duurde tot in 1530.

Toen schonk Karel V het eiland aan de ridders van St. Jan, na dien tijd Maltéser ridders genoemd, als leen van het koningrijk Sicilië. Bonaparte maakte zich in 1798, toen de grootmeester von Hompesch er het bewind in handen had, op zijn togt naar Egypte door verraad van het eiland meester, doch de Fransche bezetting moest in 1800 zich overgeven aan de Engelschen. Bij den Vrede van Amiens werd wel is waar de teruggave van het eiland aan de Orde beloofd, maar in 1803 door Engeland geweigerd, en b{j den Vrede van Parijs (1814) kwam het in bezit van Groot-Brittanje. Het wordt bestuurd door een Britschen gouverneur en heeft eene Engelsche bezetting van 7- of 8000 man. De overheden en regterlijke ambtenaren worden er voor 't overige door de bevolking gekozen.

< >