Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Madrid

betekenis & definitie

Madrid, de hoofdstad en residentie van Spanje, alsmede de hoofdplaats eener evenzoo genoemde provincie in Castilië, ligt op den linker oever der Manzanares, over welke 2 bruggen zijn gelegd, in eene onvruchtbare hoogvlakte, op een aantal heuvels, 800 Ned. el boven de oppervlakte der zee, nagenoeg in het midden des rijks. De stad vormt een onregelmatig vierkant met 10 poorten, van welke de Alcala-poort, in den trant van een triomfboog gebouwd, de schoonste is. Hoewel de grootste en volkrijkste plaats van Spanje, bekleedt zij geenszins den rang van ciudad (stad), maar dien van villa (vlek); zij bestaat uit 2 noordelijke en 2 zuidelijke gedeelten, en elk van deze bevat 5 wijken, welke allen te zamen in 1875 ruim 333000 inwoners telden, terwijl het aantal zielen der provincie Madrid bijna ½ millioen bedraagt. Het oudste gedeelte der stad heeft lage huizen en naauwe, kromme straten, — het nieuwere, hetwelk veel grooter is, bezit fraaije, in goeden, maar wel wat eentoonigen stijl gebouwde huizen en breede, regte, goed geplaveide straten, van welke inzonderheid die van Alcala, San-Bernardo en Fuencarral vermelding verdienen.

Van de openbare pleinen noemen wij de Plaza-Mayor (het plein, waar de Inquisitie weleer de ketters deed verbranden), rondom welke zich hooge huizen verheffen, wier benedenste gedeelten, onder arcaden geplaatst, tot winkels gebruikt worden, terwijl er in het midden een tuin is aangelegd. De Puerta del Sol, het middelpunt der stad, de verzamelplaats der lediggangers, tevens tot eene voorloopige beurs dienende, is het drukste punt van geheel Madrid. Men heeft er voorts een groot aantal openbare wandelparken. Er zijn 77 kerken, die noch door grootte, noch door sierlijkheid uitmunten, maar zij bevatten vele meesterstukken van Spaansche, Italiaansche en Nederlandsche schilders. Afzonderlijk noemen wij de prachtige kapél van St. Isidorus, door Philippus IV gebouwd, en de kerk van Atocha, waar de vaandels, op den vijand veroverd, zijn opgehangen. Het koninklijk paleis, na den brand van 1734 uit zijne asch verrezen en prijkend op een heuvel aan de westzijde der stad, is ongetwijfeld het voornaamste openbare gebouw van Madrid; het vormt een regelmatig vierkant ter lengte en breedte van 150 Ned. el en ter hoogte van 30 Ned. el, heeft een plat dak en is van binnen versierd met kostelijke schilderijen van Mengs, Titiaan, Murillo enz. Voorts vermelden wij het voormalig koninklijk paleis Buen Retiro (thans een tuighuis), het paleis Buena Vista, tegenwoordig de zetel van het ministerie van Oorlog, het gebouw der Volksvertegenwoordigers, dat van den Staatsraad, dat der belastingen, het ministérie van Financiën, het gebouw der Geschiedkundige Académie, het posthuis (thans het ministérie van Binnenlandsche Zaken) en de nieuwe Munt.

Tot de wetenschappelijke inrigtingen behooren er de Nationale Bibliotheek met 200000 deelen en 150000 medailles, de boekerij van San Isidro met 50000 deelen, het Koninklijk muséum met voortreffelijke schilderijen, het Koninklijk kabinet voor natuurlijke historie, de sterrewacht, de zoölogische en botanische tuinen en de bibliotheken en kunstverzamelingen van vele aanzienlijken. Tot de inrigtingen van onderwijs behooren er de universiteit, het instituut van San Isidro, hoogescholen voor genees- en artsenijkunde, eene genie-school, eene school voor mijnbouw, eene nijverheidsschool, eene veeartsenijschool, eene school voor bouwkunde enz. Hierbij komen nog 13 Koninklijke Académiën voor kunst en wetenschap. Voorts zijn te Madrid 20 hospitalen, waaronder een voor 1410 lijders, en 4 vondelingshuizen. Onder de 6 schouwburgen bekleedt de Koninklijke opera den eersten rang. Wijders heeft men er een amphitheater voor stierengevechten en 2 waterleidingen.

De stad heeft zich in de jongste jaren aanmerkelijk uitgebreid en haar naaste omtrek is door den aanleg van tuinen en spoorwegstations aanmerkelijk verfraaid. Handel en nijverheid met den aankleve van dien, zooals banken, verzekeringmaatschappijen enz., zijn er van weinig belang, en men bepaalt zich op de beurs bij speculatie in staatspapieren. Voor 't overige wijden de inwoners van Madrid zich aan de weelde en het vermaak, daar zij hun hoogste genot vinden in stierengevechten, schouwburgvertooningen, koffijhuizen, bals enz. Niettemin ontwikkelt zich de stad met ongemeenen voorspoed. Vooral sedert het jaar 1868 is zij sterk veranderd, daar men toen vele kerken en kloosters gesloopt of tot andere oogmerken bestemd heeft. Ook werden merkwaardige kunstverzamelingen verplaatst, en de daarop verleende vrijheid van godsdienst en van vereeniging heeft er niet slechts Protestantsche bedehuizen, maar zelfs 30 loges van vrijmetselaars doen verrijzen.

Madrid is sedert den tijd van Philippus II de residentie der Koningen van Spanje, die bij afwisseling aldaar, te Aranjuëz, in het Escuriaal en te San Ildefonso hun verblijf hielden. Onderscheidene vredesverdragen, zooals tusschen Karel V en Frans I van Frankrijk (1626), tusschen Spanje en Venetië (1617) en tusschen Spanje en Portugal (1800) werden er gesloten. In den Spaanschen Successieoorlog huldigde Madrid de Fransche partij, en in den vrijheidsoorlog tegen Frankrijk gaf deze stad door een volksopstand (2 Mei 1803) tegen Murat, waarbij 1500 burgers het leven verloren, het sein tot een algemeen verzet. De staatkundige verdeeldheid van Spanje in den strijd tusschen de Carlisten en Christino’s, alsmede de zamenroeping der algemeene Cortes in 1834 bragten er eene groote spanning te weeg; doch zij bleef steeds aan de zijde der Koningin. Eene militaire revolutie, den 18den Januarij 1835 beproefd door een gedeelte van een regiment infanterie, aangevoerd door den luitenant José Cardero, waarbij de kapitein-generaal van Nieuw-Castilië Canterac vermoord werd, leed schipbreuk, en de poging van generaal Leon in 1842, om de onmondige koningin Isabella gevankelijk weg te voeren, gelukte evenmin.

Daarentegen trok Madrid in 1843 met grooten ijver partij voor Espartéro en hield vol, totdat de zaak van dien krijgsman reddeloos verloren was. Ook de Februarij-stormen van 1848 deden zich te Madrid gevoelen, en een volksoproer werd er door Narvaëz tot tweemaal toe gedempt. De omwenteling van 1854, door generaal O'Donnell bestuurd, leidde na een tweedaagschen strijd tot de terugroeping van Espartéro. Ook andere bewegingen in 1856 en 1866 werden onderdrukt vóórdat zij tot uitbarsting kwamen. Zie voorts onder Spanje.