Lynslager (Philips Prederik), een Amsterdamsch dichter, leverde vertalingen van talrijke Pransche en Hoogduitsche zang-, tooneel- en bljjspelen voor den Amsterdamschen schouwburg. Voorts schreef hjj: „Welkomstgroet aan mejufvrouw A. van der Mast als actrice enz. (1781)”, — „De vlugt van Eneas of de dood van Dido, treurspel in straatliedjes (1785)”, — en vele bjjdragen in de: „Tooneel- en mengelpoëzy (1776—1791, 16 dln)”. Hij overleed in 1796.
Lynx (Felis Lynx L.) of los is de naam van een zoogdier, dat tot de familie der Katten en tot de orde der verscheurende dieren behoort (zie bjjgaande afbeelding). Hij vormt met eenige vermaagsehapte soorten eene groep, welke men met den naam van die der hondachtige katten zou kunnen bestempelen, en onderscheidt zich door een korten staart en kwastjes aan de vrij lange ooren; ook hebben de meesten eene gevlekte huid. Van het onder-geslacht der Lynxen noemt Temmincki Europésche soorten. De meest bekende is roodachtig grjjs met bruine vlekken, grijze ooren met zwarte kwasten, eene zwarte staartpunt en 4 golvende strepen over den rug. Deze lynx is 1,2 Ned. el lang en wat grooter dan een poedelhond.
Men vindt hem in Hongarije, Polen, Rusland en Zweden en des winters ook in Duitschland. Hp maakt jagt op herten, reeën, elanden en runderen, en vooral op hazen en patrijzen. De andere drie soorten zjjn: F. pardina uit Portugal, Sardinië en Barbarpe, iets kleiner maar met langeren staart en geheel gevlekt, — F. cervaria, de grootste soort, zoo groot als een wolf, roodachtig zilvergrijs met zwarte vlekken, in Rusland en Siberië levende, — en F. borealis, eene kleine soort, grijs van kleur, met bruine, golvende strepen en zonder vlekken, in het hooge noorden van Europa en Amerika te vinden. Voorts behooren tot deze groep de Canadasche lynx, de bruine Noord-Amerikaansche lynx, de moeraslynx (F. chaus) uit Perzië en Egypte, de gelaarsde lynx (F. caligata) uit Libye, Egypte en Nubië, en de roodTcat (F. Caracal) van de Kaap de Goede Hoop.
poorten, onderscheidene spoorwegstations en talrijke fraajje gebouwen. La Place Bellecour, eene der grootste van Europa, bezit schoone lanen van kastaryeboomen, parken, waterkommen, fonteinen, en een ruiterstandbeeld van Lodewijk XIV. Voorts heeft men er La Place des Terreaux, berucht door de teregtstellingen gedurende de Groote Omwenteling, benevens onderscheidene andere pleinen met parken en standbeelden. Tot de fraaiste bruggen behooren er de Pont de Tilsit, de Pont Lafayette en de Pont de la Guillotière. Van de talrijke kerken, waaronder zich 2 Protestantsche en eene Synagoge bevinden, noemen wjj de hoofdkerk van St. Jean, in 1476 voltooid, met 4 torens, een prachtig portaal, eene klok van 20000 Ned. pond, en vele schilderijen, — de kerken Ainay, St.
Irénée, St. Nizier, St. Polycarpe, St. Paul en NotreDame, deze laatste met een wonderdadig Maria-beeld en op eene hoogte gelegen. Van
