Limpurg, een voormalig graafschap in het Würtembergsche Jaxt-distriet en door de Kocher besproeid, is thans bij Gaildorf gevoegd. Tot dat graafschap behoorde ook de heerlijkheid Speckfeld in Franken. Een gedeelte van het graafschap is in het Koningrijk opgenomen en een ander deel in het bezit geraakt van adellijke heeren. De voormalige heeren, later graven van Limpurg bekleedden oorspronkelijk het ambt van rijkserfschenker en vroeger sedert de laatste helft der 15de eeuw den titel van „Sempervrijen”.
Het Keurvorstelijk Huis van Brandenburg verkreeg in 1693 van keizer Leopold het erfregt op het Limpurgsche rijksleen, hetwelk door keizer Joseph I (1706) en door Karel VI (1712) bekrachtigd werd. Toen nu de laatste graaf in 1715 overleed, nam de Koning van Pruissen het land in bezit, in weerwil van de aanspraak der regtmatige allodiale erfgenamen. De Keizer hield nu wel is waar het leen aan zich, maar verheergewaadde daarmede in 1728 koning Friedrich Wilhelm. In 1742 droeg Friedrich II het leen over aan het vorstelijk Huis Brandenburg-Onolzbach, en door dit laatste werd in 1746 eene schikking getroffen met de allodiale erfgenamen.
