Lijzeilen zijn vierhoekige zeilen, aan boord van ra-schepen in gebruik ter verbreeding van de fok, alsmede van de groot- en vóórmarszeilen en bramzeilen. Men onderscheidt ze in onder-, boven- en bramlijzeilen. Zij worden aangeslagen aan eene spar, lijzeilsra genaamd, en aan de nokken der onder-, mars- en bramra’s geheschen, maar alleen bij mooi weêr.
De onder-lijzeilen worden uitgehaald op de bakspieren, de boven- en bramlijzeilen op de spieren der onder- en marsera’s. Het tuig van de lijzeilen bepaalt zich tot het val, den weerhalm, den pagaaijer en de binnen- en buitenschoten. Het goed manoevréren met de lijzeilen vereischt groote ervaring en eene gestadige oplettendheid, daar de spieren anders ligt breken.