Lesturgeon (Alexander Lodewijk), een verdienstelijk Nederlandsch letterkundige, geboren te Venlo den 16den October 1815, studeerde te Groningen in de theologie en werd in 1843 predikant te Oosterhesselen, in 1854 te Vledder en in 1864 te Zweeloo. Hij schreef: „Aan den Koning, 24 Augustus 1838 (1838)”, — „Melancholy. Een gedicht (1838)”, — „Feestgroet ter huldiging aan Neêrlands tweeden Koning (1840)”, — „Drenthe in vluchtige omtrekken geschetst (1842, 2 dln)”, — „Een Drentsch gemeente-assessor met zijn twee neven op reis naar Amsterdam (1843, 2 dln)”, — „Jezus geboorte. Een Kerstgedicht (1843)”, —„Verstrooilingen.
Poëzy (1844)”, — „De naam van Jezus Christus in beeldwerk, met verklarende tekst in poëzy (1848)”, — „Gedichten (1854)”, — „Koevorden’s verlossing in 1672 (1864)”, — „Bloemlezing uit de gedichten van Johannes Vollenhoven, met eene levensschets van den dichter (1866)”, — „1567—1867. Menso Alting, de eerste hervormingsprediker in Drenthe, na 300 jaren herdacht (1867)”, — „Meindert van der Thijnen. Dramatische schets (1871)”, — „Feestrede te Koevorden uitgesproken bij ’t 2de eeuwfeest van ’t ontzet dezer stad in 1672 (1872)”, — en „Levensbericht van dr. R. Bennink Janssonius (1873)”. Voorts leverde hij bijdragen in jaarboekjes en tijdschriften en behoorde tot de medewerkers aan: „Wel en wee, zangen der liefde (1838)”, — „Rietscheutgalmen (1838)”, — en „Lief en leed, zangen der liefde (1853)”