Lentner (Joseph Friedrich), een Duitsch novellenschrijver, geboren te München den 18den December 1810, bezocht het gymnasium in zijne geboorteplaats, legde zich toe op den boekhandel en was als leerling werkzaam te Innsbrück en te Weenen.
Tot den vaderlijken boekwinkel te München teruggekeerd, redigeerde hij met Trautmann de: „Münchener Lesefrüchte” en gaf zijn: „Tiroler Bauernspiegel (1841)” en de: „Chronik von Frauen-Chiemsee” in het licht. Nu wijdde hij zich onverdeeld aan de beoefening der letterkunde, vestigde zich in 1842 te Praag en in 1843 om redenen van gezondheid te Meran in Tyrol, vanwaar hij reizen deed door noordelijk Italië en Beijeren, waar hij oude volksliederen en sagen, benevens berigten omtrent volksvooroordeelen en volksgebruiken verzamelde. Hij overleed te Meran den 23sten April 1852.
Van zijne werken vermelden wij nog den geschiedkundigen roman, „Ritter und Bauer (1843, 3 dln)”, — „Novellenbuch (1848)”, — „Geschichten aus den Bergen (1851)”, — en „Der Plattebener und seine Kinder (1855)”, na zijn dood door Staub uitgegeven.