Lefort (François Jacques), een gunsteling van Peter de Groote van Rusland en geboren te Genève in 1656, wijdde zich te Hamburg aan den handel, doch begaf zich uit neiging tot den soldatenstand op 14 jarigen leeftijd naar Marseille, waar hij in Fransche dienst trad, en ging in 1674 over in de Nederlandsche gelederen, waaruit hij evenwel spoedig zijn ontslag nam, om in 1675 over Archangel naar Moskou te trekken. Hier was hij eerst secretaris bij den Deenschen gezant, doch trad eerlang onder czaar Feodor in krijgsdienst en voerde van 1676 tot 1681 bevel over eene kompagnie. In 1682 kwam hij in aanraking met den jongen czaar Peter en verwierf toevallig diens gunst. Inzonderheid bewees hij dezen eene groote dienst bij het oproer der Strelitzen (1689), wier verraderlijke aanslag door Lefort verijdeld werd.
Toen Peter de alleenheerschappij aanvaardde, nam de invloed van zijn gunsteling aanmerkelijk toe. Deze bragt het leger in orde door het op den voet der Fransche armee in te rigten, legde den grondslag voor eene Russische marine en bevorderde landbouw en nijverheid door het derwaarts lokken van buitenlandsche werklieden en boeren. In 1694 werd hij admiraal en generalissimus van het Russische leger en in 1697 gouverneur van Nowgorod. Op eene reis, in 1697 door czaar Peter in het buitenland ondernomen, was hij het hoofd van het Russisch gezantschap, in welks gevolg zich de Keizer bevond. Toen Peter het oproer der Strelitzen, gedurende zijne afwezigheid uitgebarsten, bij een snellen terugkeer dempte, doodde hij, geholpen door Lefort en Mentsjikof, met eigen hand de schuldigen. Kort daarna overleed Lefort te Moskou den 12den Maart 1699. Hij bezat een uitstekend verstand, een schrander oordeel, groote tegenwoordigheid van geest, eene ongemeene geschiktheid om zijne handlangers te kiezen en eene uitgebreide kennis van het Russische rijk. Hij verhaastte echter zijn dood door zijne verregaande losbandigheid.