Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Leda

betekenis & definitie

Leda, de gemalin van den Spartaanschen koning Tyndareus, volgens sommigen de dochter van Thestius, koning van Aetolië, en van Laophonte of Leucippe, volgens anderen van Glaucus en Pantheidyia, werd door Zeus (Jupiter), die een begeerig oog op haar geslagen had, in eene zwaan, volgens anderen in eene gans herschapen. Zij is dan ook in die gedaante naast hem afgebeeld op eene schilderij in Herculanum. Volgens eene andere sage veranderde Zeus haar in eene gans, maar zich zelven in een zwaan, waarna Leda een ei voortbragt, waaruit Pollux en Hélena tevoorschijn kwamen. Volgens anderen nam Zeus den vorm aan van eene zwaan, liet zich door Aphródite (Venus) in de gedaante van een adelaar vervolgen, en zocht eene wijkplaats in den schoot van Leda. Ook verhaalt men, dat Nemesis, om aan de vervolgingen van Zeus te ontkomen, zich in eene gans veranderd heeft, maar dat op last van Zeus het ei, door de gans gelegd, aan Leda is gebragt, die het bewaarde totdat Hélena daaruit te voorschijn kwam.

Eindelijk bestaat er nog eene andere sage, volgens welke Leda 2 eijeren heeft voortgebragt, van welke het eene door Zeus en het andere door Tyndareus bevrucht was, en dat uit het eerste Pollux en Hélena, uit het tweede Gastor en Clytemnestra zijn ontstaan. Onderscheidene groote schilders hebben die sage tot grondslag gelegd voor hunne meesterstukken. — De Leda is voorts de naam van eene kleine rivier, die in het land van Oldenburg ontspringt, onder den naam van Marka in noordwestelijke rigting door Saterland vloeit, onderscheidene kleine riviertjes opneemt en na een loop van 9 geogr. mijl zich bij Leer uitstort in de Eems. Nabij haren mond is zij door eene fraaije spoorwegbrug der Westbaan overspannen. — Zie eindelijk ook onder Asteroïden.