Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Larochejacquelein

betekenis & definitie

Larochejacquelein (Duvergier de), een oud adellijk Fransch geslacht, ontleent den naam Duvergier aan een gewest in Poitou. Gui Duvergier trad in 1505 in het huwelijk met Renée, de erfdochter van Jacques Lemastin, heer de Larochejacquelein, en aanvaardde dezen naam. Louis Duvergier, heer van Larochejacquelein, een kleinzoon van Gui, was een dapper krijgsman ten tijde van Henri IV, — en Henri Louis Auguste Duvergier, markies de Larochejacquelein, geboren den 1sten Julij 1749, werd in 1788 veldmaarschalk, en overleed in 1802 te San Domingo aan zijne wonden. Voorts noemen wij:

Henri Duvergier, graaf de Larochejacquelein, een zoon van den voorgaande. Hij was geboren den 30sten Augustus 1772 op het kasteel Durbellière bij Chatillon in Poitou en werd in 1781 officier bij de constitutionéle garde van Lodewijk XVI, maar verliet Parijs na de gebeurtenissen van 1792, om zich in de Vendée aan het hoofd der misnoegden te plaatsen. Na eene reeks van heldenfeiten werd hij er tot generalissimus benoemd. Hij zegepraalde bij Condé en Château-Gouthier, maakte zich meester van de stad Laval en bestreed de generaals Westermann en Léchelle. Eene overwinning, bij Antrain behaald, opende hem den weg naar Angers, welke stad hij vruchteloos zocht te veroveren.

Daarentegen deed hij Laflêche bezwijken; doch de slag, dien hij er den 21sten December 1793 aan de generaals Westermann, Müller en Tilly leverde, was rampspoedig voor de zwakke Koningsgezinden. Bij den overtogt over de Loire van de zijnen afgesneden, redde hij zich in de kleine stad St. Aubin. Daar het hem niet mogelijk was, zich met Charette, den éénige die nog een leger bezat, te vereenigen, trok hij naar Opper-Poitou, om aldaar nieuwe manschappen te verzamelen. Op den 4den Maart 1794, na een gevecht bij Nouaillé in den omtrek van Chollet, werd hij door een grenadier der Republikeinen, die voorgaf dat hij zich wilde overgeven, verraderlijk doodgeschoten.

Louis Duvergier, markies de Larochejacquelein, een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren te St. Aubin den 29sten November 1777, voegde zich na het uitbarsten der Revolutie bij de uitgewekenen en trad eerst in dienst bij het leger van Condé en daarna in Engeland. In 1801 maakte hij gebruik van de door Napoleon verleende amnestie en keerde naar Frankrijk terug. Vruchteloos echter zocht de Eerste Consul hem door gunstbewijzen te winnen. In 1813 stelde hij zich aan het hoofd van de Koningsgezinde beweging in de Vendée, en in 1814 bragt hij den hertog van Angoulême binnen de muren van Bordeaux.

Lodewijk XVIII benoemde hem in 1814 tot veldmaarschalk en in het volgende jaar tot generaal en chef in de Vendée. Gedurende de Honderd Dagen beproefde Larochejacquelein, ondersteund door de Engelschen, eene landing op de kust van St. Gilles, maar werd aanvankelijk teruggeslagen, zoodat het hem eerst later gelukte aldaar vasten voet te verkrijgen. Hij sneuvelde echter den 4den Junij van dat jaar, niet ver van St. Gilles, in een gevecht tegen de generaals Travot en Estève.

Henri Auguste Georges Duvergier, markies de Larochejacquelein, een zoon van den voorgaande, geboren den 28sten September 1805. Reeds in 1815 werd hij pair van Frankrijk, ontving voorts zijne opleiding aan de militaire school van St. Cyr, trad in 1821 in de gelederen en nam in 1823 deel aan den veldtogt in Spanje. In 1828 streed hij als vrijwilliger in Russische dienst tegen de Turken. Na de omwenteling van 1830 legde hij den titel van pair neder en bevorderde de woelingen in de Vendée, weshalve hij eerst bij verstek ter dood veroordeeld, doch later vrijgesproken werd. Daarna toefde hij in het westen van Frankrijk, waar hij zich met nijverheidsondernemingen bezig hield. Een kiesdistrict van het departement Morbihan zond hem in 1842 naar de Kamer van Gedeputeerden, waar hij nagenoeg alleen stond, daar hij het leerstuk van het legitieme koningschap in overeenstemming poogde te brengen met het beginsel der volkssouvereiniteit. Na de Februarijomwenteling van 1848 was hij onder de Legitimisten een der eersten, die de jeugdige Republiek erkenden.

In een manifest beloofde hp zijn steun aan de nieuwe orde van zaken, tot groote verbazing der Legitimistische partij. Nog meer ergerden zich zijne voormalige geestverwanten over de geloofsbelijdenis, die hij in de clubs te Parijs aflegde, om zijne candidatuur in het departement der Seine te bevorderen. Intusschen werd hij er niet gekozen, terwijl het departement Morbihan hem afvaardigde naar de Constituérende Vergadering en vervolgens naar het Wetgevend Ligchaam. Hier stond hij na den dood van Genoude aan het hoofd eener kettersche secte van Legitimisten, op de zamenkomsten te Wiesbaden in den ban gedaan. Door zijne eigene partij verworpen, wierp Larochejacquelein na den staatsstreek van 2 December 1851 zich in de armen der nieuwe regéring, en werd den 31sten December 1852 tot senator benoemd. Hij was een schitterend redenaar, en overleed te Parijs den 7den Januarij 1867.

Henri Louis Lescure Duvergier, graaf de Larochejacquelein, een broeder van den voorgaande en geboren den 26sten Mei 1809. Hij deed in 1832 pogingen, om een opstand te verwekken in de Vendée, doch werd gewond, waarna hij de wijk nam naar Portugal, waar hij voor de zaak van dom Miguël sneuvelde.

Beider moeder, Marie Louise Victoire de Donnissan, desgelijks eene ijverige koningsgezinde en geboren te Versailles den 25sten October 1772, huwde op 17-jarigen ouderdom met haren neef, den markies de Lescure, die na de catastrophe van 10 Augustus in de Vendée de vaan van den opstand verhief. Toen haar gemaal in 1793 bij Chollet gesneuveld was, nam zij de vlugt naar Spanje,doch keerde na de amnestie van 1795 naar Frankrijk terug. De gebeurtenissen van 18 Fructidor deden haar weder vertrekken. In 1801 trad zij in het huwelijk met den graaf de Larochejacquelein en woonde geruimen tijd in Orleans, waar zij den 15den Februarij 1857 overleed, nadat zij in 1815 belangrijke „Mémoires” had uitgegeven.

Auguste Duvergier, graaf de Larochejacquélein, een broeder van Louis Duvergier en geboren den 17den April 1784. Hij verliet Frankrijk in de dagen der Revolutie en keerde terug ten tijde van het Consulaat. In 1809 nam hij dienst in het Keizerlijk leger en viel in 1812 in den slag aan de Moskowa zwaar gewond in de handen der Russen. Na de eerste Restauratie diende hp bp de Koninklijke garde, streed gedurende de Honderd Dagen in de Vendée en werd, toen zijn broeder aan zijne zijde sneuvelde, zwaar gewond. In 1818 werd hij veldmaarschalk en nam als zoodanig in 1823 deel aan den veldtogt in Spanje.

Voorts streed hij in 1828 in de Russische gelederen tegen de Turken. Na de omwenteling van 1830, terwijl hij bevel voerde over de kavallerie der garde, poogde hp de bedoelingen der hertogin van Berry in de Vendée te bevorderen. Deswege werd hij bij verstek ter dood veroordeeld, doch in 1835 door het geregtshof te Versailles vrijgesproken. Nadien tijd heeft hij niet weder van zich doen hooren.

< >