Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lalande

betekenis & definitie

Lalande (Joseph Jérome Lefrançais de), een uitstekend Fransch sterrekundige, geboren te Bourg in het departement Ain den 11den Julij 1732, ontving zijne opleiding op eene Jezuïetenschool te Lyon en studeerde te Parijs in de regten, doch legde zich tevens met zooveel ijver toe op de wis- en sterrekunde, dat de Académie hem in 1751 naar Berlijn zond ter bepaling van de parallaxis van de maan, terwijl Lacaille met dergelijken last naar de Kaap de Goede Hoop vertrok. Frederik de Groote kon bij zijne ontmoeting met dien sterrekundige zijne bewondering niet ontveinzen. Nadat Lalande zijne taak volbragt had, werd hij niet alleen toegelaten aan het Hof, maar ook opgenomen onder de leden der Académie te Berlijn. Hij sleet zijne nachten op de sterrewacht, bestudeerde des ochtends met Euler de hoogere analysis, en bevond zich des avonds met Maupertuis, d'Argens en Lamettrie in de nabijheid des Konings.

Hoewel hij eene gestreng-kerkelijke opvoeding genoten had, vereenigde hij zich weldra met de wijsgeerige gevoelens van deze mannen en werd een volslagen atheïst. In 1752 keerde hij naar Frankrijk terug en wijdde zich volgens den wensch zijns vaders eenigen tijd te Bourg aan de regtspractijk. Daarna begaf hij zich naar Parijs, alwaar hij tot lid der Académie en tot Koninklijk sterrekundige benoemd werd. Zijne geschriften over de maan bezorgden hem de gunst van Lacaille,maar de vijandschap van Lemonnier. In 1761 werd hij opvolger van laatstgenoemde als hoogleeraar aan het Collège de France, en zijne boeijende lessen vonden veel bijval. In 1765 en 1766 volbragt hij eene reis naar Italië en gaf daarvan verslag in zijn: „Voyage d’Italie (1786, 9 dln met Atlas)”. Hij overleed als directeur van de sterrewacht te Parijs op den 4den April 1807. Gedurende zijn geheele leven hield hij zich bezig met de theorie der planeten.

Er zijn voorzeker grooter sterrekundigen geweest dan hij, maar niemand heeft ooit de studie der sterrekunde zoo krachtig bevorderd als Lalande. Hoeveel loffelijks men voorts van zijn karakter moge kunnen zeggen, toch onderscheidde het zich vooral door roemzucht en ijdelheid. Hij leverde eene uitgave van de tabellen van Halley, alsmede eene geschiedenis der komeet van 1759. Sedert 1760 bezorgde hij de uitgave der „Connaissance des temps” en gaf in 1761 eene kaart in het licht, waarop de schijngestalten van den doorgang van Venus over de zonneschijf waren aangewezen. Zijn hoofdwerk echter is: „Traité d’astronomie (1764, 2 dln; 3de druk 1780)”. Voorts schreef hij: „Bibliographie astronomique (1802)”, — „Des canaux de navigation et spécialement du canal de Languedoc (1778)”, — „Abrégé de navigation historique, théorique et pratique (1793)”, — „Astronomie des dames (1785)”, — „Abrégé d’astronomie (2de 1795)”, — onderscheidene „Discours” en „Eloges”, — en met Sylvestre Maréchal een: „Dictionnaire des athées anciens et modernes (1800)”. Bij zijn overlijden stichtte hij bij de Acadèmie een jaarlijkschen prijs voor de beste sterrekundige verhandeling. — Ook zijn neef Michel Jean Jérome Lefrançais Lalande, geboren te Parijs den 21sten April 1766 en overleden den 7den April 1839, was een ervaren sterrekundige.

< >