Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Laharpe

betekenis & definitie

Laharpe. Onder dezen naam vermelden wij:

Jean François de Laharpe, een Fransch dichter en sierlijk prozaschrijver, geboren te Parijs den 20sten November 1739. Hij bezocht het collège-Harcourt, maar werd als vermoedelijke vervaardiger van een schimpdicht op den directeur der inrigting op 19-jarigen ouderdom eenige maanden naar Bicètre gebragt.

Hij betrad voorts de letterkundige loopbaan met een leerdicht „Over de verveling (1767)”, hetwelk door eene verzameling van heldinnenbrieven werd gevolgd. Daar Fréron hem vinnig beoordeelde, begaf hij zich onder de veelvermogende bescherming van Voltaire. Van zijne talrijke tooneelstukken is alleen het treurspel: „Warwick” op het répertoire gebleven, en wij vermelden daarenboven zijn drama: „Mélanie (1770)”. Hij behaalde door zijne „Eloges” onderscheidene prijzen der Académie, werd in 1776 in dit ligchaam opgenomen en zag zich in 1786 benoemd tot professor aan het pas gesticht lycéum. Hij was een ijverig voorstander der Revolutie, vertoonde zich bij zijne lessen met eene roode muts en opende zijne voorlezing op den 3den September 1792, ten gevolge van het manifest van den hertog van Brunswijk, met een gedicht, hetwelk de Marseillaise niet in gehalte, maar wel in bloeddorstigheid overtrof.

Toen hij den spot dreef met Robespierre als redenaar, werd hij in hechtenis genomen en 5 maanden in het Luxembourg gevangen gehouden, waarna hij in een geloovig R. Katholiek en een bitteren tegenstander der Revolutie herschapen was. Met groote stoutheid rigtte hij zijne aanvallen tegen het Directoire en tegen het bestuur van den Consul, doch overleed den llden Februarij 1803. Hij leverde nog: „Lycée ou Cours de littérature ancienne et moderne (1786)” en „Correspondance littéraire (1801—1807, 5 dln)”. Zijne gezamenlijke werken zijn in 1825—1826 in 18 deelen in het licht verschenen.

Frédéric César Laharpe, bestuurder der Helvetische republiek van 1798 en opvoeder van keizer Alexander van Rusland. Hij was de telg van een aanzienlijken stam uit Waadtland en werd in 1754 te Rolle geboren. Hij ontving zijne opleiding op de school van Nesemann te Haldenstein, studeerde te Tübingen in de regten en werd daarna advocaat te Bern. Weldra echter vergezelde hij een Russisch edelman naar Italië en ging, op voorstel van baron Grimm, in 1782 naar Petersburg, waar hij de leermeester werd van de grootvorsten Alexander en Constantijn. Het uitbarsten der Fransche omwenteling werkte zoo krachtig op zijn gemoed, dat hij onder anderen in naam van zijne medeburgers een smeekschrift opstelde, waarin hij aandrong op zamenroeping der standen en op invoering van onderscheidene hervormingen. Deze stap bespoedigde het uitbreken der onlusten. Intusschen maakte Laharpe zich te Petersburg verdacht, en zijne vijanden, die zijne verwijdering begeerden, bereikten hun doel bij de verloving van Alexander. Nu vertrok hij naar Genève en vanhier naar Parijs, waar hij eene memorie inleverde bij de regéring.

Deze maatregel had ten gevolge, dat Bern, door tusschenkomst van Frankrijk, aan de Waadtlanders amnestie verleende, doch de schrijvers, alzoo ook Laharpe, waren daarvan uitgesloten. Hij zond nu onderscheidene vlugschriften tegen de Bernsche patriciërs in het licht. Ook bezorgde hij in 1797 een verzoekschrift aan het Directoire, waarin 22 uitgewekenen uit Waadt en Freiburg de handhaving verzochten der artikelen van het in 1565 te Lausanne gesloten verdrag. Het Directoire greep deze gelegenheid gaarne aan, om zich in de zaken van Zwitserland te mengen. Onder SaintCyr trok een Fransch korps in December 1797 derwaarts tot bescherming van Waadtland, hetwelk aanstonds in de republiek Leman herschapen werd. Hieruit vloeide de opstand van geheel Zwitserland voort, alsmede de stichting der Helvetische Republiek. Laharpe, de ijverige bevorderaar dezer omwenteling, werd na verloop van een paar maanden lid van het Zwitsersche Directorium en handhaafde te midden van verbazende moeijelijkheden onwrikbaar de beginselen der Fransche Revolutie, totdat door een besluit der Wetgevende Raden het Directorium opgeheven werd.

Laharpe toefde te Lausanne onder het opzigt der politie en maakte zich gereed om de wijk te nemen naar Frankrijk; doch de regéring van Bern maakte gebruik van het gerucht van een aanslag tegen het leven van Napoleon, zoo men meende door Laharpe ontdekt, en liet hem den 2den Julij 1800 in hechtenis nemen. Door zulk eene behandeling gekrenkt, ontvlood hij naar Frankrijk, doch werd er door den Eersten Consul niet vriendschappelijk ontvangen. Daarna woonde hij op zijn landgoed Plessis-Piquet bij Parijs, en volbragt in 1801 een togt naar Rusland, waar Keizer Alexander hem met onderscheiding bejegende. Toen laatstgenoemde in 1814 te Parijs vertoefde, schonk hij aan Laharpe de waardigheid van Russisch generaal. Na het Congrès te Weenen, waar hij met kracht gestreden had voor de onafhankelijkheid der cantons Waadt en Aargau, woonde hij in zijn vaderland, genoot er de algemeene achting, en overleed den 20sten Maart 1838. Hij schreef: „Considerations sur le précis de la revolution du canton de Vaud (1832)’’.

< >