Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kützing

betekenis & definitie

Kützing (Friedrich Traugott), een verdienstelijk Duitsch natuurkundige, geboren den 8sten December 1807 te Ritteburg bij Artern in Thüringen, was eerst apotheker en wijdde zich vervolgens aan de universiteit te Halle aan de beoefening der natuurkunde. Hij bewerkte er eene „Synopsis diatomearum (1833)” en gaf de „Algae aquae dulcis (1833 —1836, 16 afleveringen)” in gedroogde exemplaren in het licht. De ontdekking van de kiezelschalen der bacillariën, door hem in 1834 gedaan gedurende zijn vertoef te Eilenburg, werd door de Académie te Berlijn beloond met een subsidie voor eene reis naar het zuiden van Europa. Gedurende dien togt bezocht hij het Oostenrijksche Kustland, Dalmatïe, Italië en de Alpen en hield zich vooral bezig met het onderzoek van de rivieren der Adriatische en Middellandsche Zee.

Na zijn terugkeer werd hij geplaatst als leeraar in de natuurkunde aan de reaalschool te Nordhausen en eenige jaren later zag hij zich tot professor benoemd. Toen schreef hij zijn: „Compendium der Naturgeschichte (1837)” en zijne: „Chemie und ihre Anwendung auf das Leben (1838)”. Zijne verhandeling: „Die Umwandlung niederer Algenformen in höhere sowie auch in Gattungen ganz verschiedener Familien und Klassen höherer Kryptogamen (1829)” werd door de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem met goud bekroond. Voorts schreef hij: „Phycologia generalis (1843, met 80 platen)”, — „Phyeologiea germanica (1845)", — „Tabulae phycologicae (1845—1866, dl 1—16, met 1600 platen)”,— „Species Algarum (1849)” — „Ueber die Verwandlung der Infusorien in niedere Algenformen (1844)”, — „Die kieselschaligen Bacillarien oder Diatomeen (1844, met 30 platen; 2de druk 1865)”, — en „Grundzüge der philosophischen Botanik (1861—1852 , 2 dln)”. Hij behoort tot de ijverige aanhangers der leer van Darwin.

< >