Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Köhler

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Christian Köhler, een verdienstelijk historieschilder van de Düsseldorfsche school. Hij werd geboren te Werben in de Altmark den 13den October 1809, en zijne stukken onderscheiden zich door sierlijkheid van compositie bevalligheid van figuren en een fraai coloriet. Tot zijne beste doeken behooren: „Rebekka aan de bron”, — „Mozes in de rivier”, — „De lofzang van Mirjam”, — „De triomf van David”, — „Semiramis”, — „Hagar en Ismaël”, — „Suzanna in het bad”, — en „Julia, Romeo nastarende.” Ludwig Köhler, een Duitsch dichter en novellist. Hij werd geboren te Meiningen den 6den Maart 1819, wijdde zich sedert 1840 te Jena en te Leipzig aan de studie der fraaije wetenschappen, en trad toen reeds als schrijver op van: „Der Aufstand in Maina (1840)”, — van het gedicht: „Der neue Ahasver (1841)”, — van „Norwegen (1843)”, — en van den roman: „Academische Welt (1843, 2 dln). Wegens deelneming aan verbodene studentenvereenigingen moest hij in 1843 Leipzig verlaten, waarna hij zich naar München begaf, en zich aldaar op de kunst toelegde. Bij zijn terugkeer te Meiningen nam hij de redactie op zich van den: „Thüringer Bote”, die voortaan den titel van: „Der deutsche Volksbote” voerde.

Hij voltooide toen zijn geschiedkundigen roman: „Thomas Münzer (1845, 3 dln)”. In 1844 verhuisde hij naar Hildburghausen, om aldaar werkzaam te wezen aan het „Konversationslexikon” van Meyer. Zijn „Johannes Husz (1846, 3 dln)” zou de eerste afdeeling uitmaken van eene reeks van dergelijke romans; doch de tijdsomstandigheden noodzaakten den schrijver, dit plan te laten varen. Daarop volgden: „Primavera (novellen 1846)”, — „Freie Lieder (1846; 2de druk 1848)”, — „Der Prinz aus dem Morgenlande (1848, 2 dln)”, — en „Furstenschlosz und Bauernhütte (1846)”. Later verschenen: „Jürgen Wullenweber (1856, 3 dln)”, — en „Vom Frühling zum Herbst (1856, 3 dln)”.Nadat hij voorts: „Geschichten aus aller Welt (1858, 3 dln)” geleverd had, gaf hij eenige drama’s uit, die veel bijval vonden, zooals: „Bürger und Edelmann”, — „König Mammon”, — en „Die Ditmarschen”. Hij overleed den 4den Augustus 1862.

Reinhold Köhler, een verdienstelijk geneeskundige. Hij werd geboren te Lauffen den 14den December 1825, studeerde te Tübingen, Heidelberg, Praag en Weenen, en was van 1848 tot 1850 als practisch geneesheer werkzaam te Stuttgart, alwaar hij in 1857 zitting nam in het „Moedicinal Collegium”. In die betrekking zag hij zich meermalen belast met zendingen, terwijl hij vervolgens benoemd werd tot hoogleeraar in de geneeskunde te Tübingen. Bijna 14 jaren bekleedde hij dat ambt met den grootsten ijver, vormde een aantal degelijke leerlingen, en overleed den 16den Januarij 1873. Hij schreef: „Die Krebsund Scheinkrebskrankheiten des Menschen (1853)”, benevens een aantal opstellen in tijdschriften.

< >