Koeboe is de naam van een landschap in de noordwestelijke binnenlanden van de residentie Palembang op Sumatra.
Het wordt bewoond door de Koeboe’s, een wilden volksstam, zich ophoudende in de bosschen langs de rivieren Toenkal, Lekoh, Lalan en Rawas. Zij zijn wat grooter van gestalte dan de overige Sumatranen, en men kan hen verdeelen in 2 klassen, namelijk die der meer beschaafden, welke in dorpen gevestigd zijn, en die der zwervenden, welke zich in de wildernis ophouden, nagenoeg geene kleederen dragen en van jagt en visscherij leven.
Ook de meer beschaafde Koeboe’s houden zich bijna uitsluitend met jagt en visscherij bezig, maar zij zijn eenvoudig en zachtmoedig, hoewel zij zich met veel vermetelheid en behendigheid in het strijdperk wagen met wilde dieren. Zij gehoorzamen aan hun stamhoofden, en hunne taal verschilt aanmerkelijk van de gewone taal der Padangsche binnenlanden.