Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kieser

betekenis & definitie

Kieser (Dietrich Georg), een verdienstelijk Duitsch geneesheer en natuurkundige, geboren te Hamburg den 24sten Augustus 1779, studeerde te Würzburg en te Göttingen en vestigde zich vervolgens ergens als arts in Hannover, totdat hij in 1812 als hoogleeraar in de geneeskunde te Jena beroepen werd. Gedurende den veldtogt van 1814 trad hij uit vaderlandsliefde als officier van gezondheid in dienst en bestuurde in 1815 als eerste geneesheer in Pruissische dienst de hospitalen te Luik en te Versailles. Na het sluiten van den vrede vatte hij zijne taak als hoogleeraar weder op, en wijdde zich vooral met ijver aan het onderzoek van het dierlijk magnetismus. Van 1831 tot 1848 vertegenwoordigde hij de universiteit van Jena op den Landdag te Weimar, waar hij vooral de verbetering van het hooger onderwijs bevorderde.

Als vicepresident van den Landdag nam hij in 1848 zitting in het Vóór-Parlement te Frankfort. Ook zorgde hij als adjunct en daama (1847) als director ephemeridum der Leopoldino-Carolinische Académie voor eene doelmatige hervorming van deze instelling, en werd in 1858, na den dood van Nees von Esenbeck tot haar voorzitter gekozen. Hij overleed te Jena den llden October 1862. Van zijne geschriften noemen wij: „Grundzügen der Pathologie und Therapie des Menschen (1812)”, — „System der Medicin (1817—1819, 2 dln)”, — „System des Tellurismus oder thierischen Magnetismus (2de druk 1826, 2 dln)”, — „Aphorismen aus der Physiologie der Pflanzen (1808)”, —„Ueber die Ursachen, Kennzeichen und Heilung des Schwarzen Staars (1808)”, — en „Klinische Beiträge (1834)”.

< >