Kaiserslautern, eene stad in de Beijersche Rijnpfalz, aan de westelijke helling van het Haardtgebergte, aan de Waldlauter en aan den Ludwigspoorweg, telt ongeveer 15000 inwoners. Men vindt er eene fraaije kerk in spitsboogstijl uit de 13de eeuw, eene Latijnsche school, eene kweekschool voor onderwijzers, eene landbouw- en eene nijverheidsschool. De fabrieknijverheid ontwikkelt er zich meer en meer; ook is er eene aanzienlijke vruchtenmarkt en veel houthandel. —Men meent, dat zich te Kaiserslautern reeds in de dagen van Pepijn de Korte en Karel de Groote een keizerlijke burgt bevond. Frederik Barbarossa deed er in 1152 een paleis verrijzen, hetwelk in 1557—1583 door den pfalzgraaf Johan Casimir vernieuwd, doch in 1703 in den Spaanschen Successie-oorlog verwoest is.
Op dezelfde plek staat nu eene gevangenis. Van 28 tot 30 November 1793 viel in de nabijheid dezer stad een veldslag voor, waarin de hertog van Brunswijk de Franschen onder Hoche aan het wijken bragt. Ook had er een gevecht plaats den 23sten Mei 1794, waarin de Pruissische generaal-veldmaarschalk Möllendorf de Franschen onder Ambert versloeg, waarna den 20sten September van dat jaar de linkervleugel der Fransche Rijn-armee onder Meunier er het onderspit dolf voor den prins van Hohenlohe-lngelfingen. In Mei 1849 was Kaiserslautern het middelpunt van den opstand. — Het district van dien naam telt op 11,78 □ geogr. mijl ongeveer 55000 inwoners. Daarin ligt het stadje Landstuhl met de bouwvallen van den evenzoo genoemden burgt van het geslacht der Sickingen. Daar werd Franz von Sickingen door de Keurvorsten van de Pfalz en van Trier belegerd en door een nedervallenden balk gewond, zoodat hij een dag later — den 7den Mei 1523 — overleed.
