Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kadaster

betekenis & definitie

Kadaster (Het) is eene staatsinstelling, die de strekking heeft om den eigendom van den grond te beschermen, en om de opbrengst van de grondbelasting te verzekeren. Men verstaat er onder zoowel den geheelen tak van staatsbestuur, die de noodige kadasterplans en registers in orde houdt, als deze instrumenten zelve. Het kadastréren van een land is eene hoogst moeijelijke en kostbare zaak. Het bestaat in het naauwkeurig in kaart brengen van alle gronden met de daarop staande gebouwen: natuurlijk moet de schaal, waarop dat geschiedt, zoo groot zijn, dat de grenzen van elk perceel naauwkeurig kunnen aangegeven worden.

Een perceel is een stuk grond, dat door overgang van den eenen eigenaar op den anderen bij koop, ruiling, scheiding, of op andere wijze, als ’t ware een afzonderlijk bestaan heeft gekregen. Ieder perceel krijgt een eigen naam. Elke gemeente wordt verdeeld in sectiën; de sectie is onderverdeeld in nummers. Een perceel vast goed wordt daarom in alle stukken aangehaald door vermelding van de sectie en het nummer van de gemeente, waarin het gelegen en waaronder het daar bekend is. Die kaarten of plans, waarvan ieder eene geheele sectie of een deel daarvan van elke gemeente inhoudt, worden opgemaakt en bijgehouden door de landmeters. Nevens de kaarten zpn leggers, registers, aangelegd, waarin op duidelijke wijze de namen der eigenaren van de verschillende perceelen worden geboekt, terwijl alle veranderingen van eigenaar daarin even trouw worden opgeteekend. De kaarten of plans en de leggers of registers vormen zamen het eigenlijke kadaster. Met de bewaring en instandhouding van het kadaster zijn belast de bewaarders van het kadaster, wier kantoren gevestigd zijn in de hoofdplaats van ieder arrondissement.

Aan dezelfde kantoren vindt men de registers, waarin alle eigendomsovergangen van vaste goederen moeten worden ingeschreven; en in zooverre maken deze registers met de kadastrale leggers één geheel uit, dat deze uit gene moeten worden aangevuld en bijgewerkt. Geen eigendomsovergang van vast goed of van zakelijke, op den grond klevende regten is mogelijk, zonder dat daarvan een schriftelijke titel, eene acte, wordt opgemaakt, die, na geregistreerd te zijn, in die openbare registers van eigendomsovergangen wordt ingeschreven. De in- of overschrijving is de levering van het goed of het zakelijk regt, waardoor de nieuwe verkrijger eigenaar van dat goed of dat regt wordt. In de titels of acten wordt het goed, dat het onderwerp der levering is, of waarop een zakelijk regt wordt gevestigd, steeds aangehaald door het noemen van de sectie en het nummer, waaronder het tot dusverre bekend staat. Bij scheiding of splitsing van perceelen, waardoor dan nieuwe ontstaan, worden deze op nieuw opgemeten, in kaart gebragt en alle met een nieuw nummer voorzien, terwijl het oude nummer komt te vervallen. In het gemeentehuis van iedere gemeente vindt men eene copie zoowel van de kadastrale plans als van de leggers, die op kosten der gemeente wordt onderhouden en jaarlijks bijgewerkt. De stukken van het kadaster zijn publiek; een ieder heeft de bevoegdheid, om, zonder dat hij eenig belang behoeft te bewijzen, zich ten zijnen koste uittrekksels — extracten — of afschriften daarvan te doen afgeven, of er blootelijk inzage van te nemen.

Het extract uit de plans stelt de ligging van elk perceel aanschouwelijk voor; zijne grenzen worden er op aangewezen, zoomede de gebouwen, die er op voorkomen. Het extraet uit de registers bevat: den naam, den voornaam en het beroep van hem, die als eigenaar van de perceelen bij het kadaster te boek staat; de sectie en de nummers der perceelen; hun inhoud; hunne plaatselijke benaming en de belastbare opbrengst van ieder perceel afzonderlijk. Natuurlijk zijn de perceelen op de kaarten evenzoo genummerd als in de leggers. Naauwkeurigheid in het bijhouden van de veranderingen in de perceelen en van de eigendomsovergangen is hoofdzaak voor het ka daster. Het kan op verschillende manieren worden aangelegd en bijgehouden; maar ook de kracht aan de teboekstellingen bij het kadaster toegekend kan verschillend zijn. Onder onze tegenwoordige wetgeving bewijst het kadaster den eigendom niet: hij, die bij het kadaster als eigenaar bekend staat, is het daarom en daardoor nog niet. De eigendom van vaste goederen en van zakelijke regten wordt alleen verkregen op eene der wijzen, door de wet als zoodanig erkend, en de teboekstelling bij het kadaster wordt als zoodanig niet genoemd. Wel bestaat de levering van den eigendom der vaste goederen en van zakelijke regten in de in- of overschrijving van den eigendoms- of overgangstitel, maar toch maakt het teboek staan als eigenaar iemand niet tot eigenaar, omdat alleen de teboekstelling krachtens eenen regtsgeldigen titel dat gevolg medebrengt.

Men kan te boek staan als regthebbende ten gevolge van eenen niet regtsgeldigen titel; ook blijven abuizen in de boekingen altijd mogelijk — dikwijls zelfs komen ze voor — en sommige eigendomsovergangen kunnen plaats hebben jaren lang vóórdat de kadastrale boeking in overeenstemming is met den werkelijken regtstoestand. Bij eigendomsverkrijging door verjaring b. v. komt er geen titel van overdragt te pas; evenals in de gevallen, dat een verkeerde persoon door eene fout in de boeking als regthebbende te naam staat, wordt ook nu de ware eigenaar door eene van hem uitgaande éénzijdige verklaring bij het kadaster als zoodanig bekend gemaakt. — We zeiden reeds, dat het kadaster ook de belastbare opbrengst van elk perceel vermeldt, en dat het dient om de opbrengst van de grondbelasting te verzekeren. Voor de heffing dier belasting is het van onschatbare dienst. In 1832 is het kadaster voor ons land voltooid. De Staat heeft toen alle perceelen in zekere klassen doen verdeelen en de opbrengst van elk in het bijzonder laten schatten, welke opbrengst tot grondslag en maatstaf zou dienen van het bedrag, waarin het in de grondbelasting zou deelen. Die schatting trof zoowel de gebouwde als de ongebouwde eigendommen. Op gezette tijden zou die schatting worden herzien; maar wegens de groote kosten, aan zoodanige herschatting verbonden, en wegens den bijzonderen aard der grondbelasting zelve — volgens sommigen is zij niet anders dan eene vaste rente, zie Grondbelasting — is het er bij gebleven, en pas in 1874 heeft eene herziening van de huurwaarde der gebouwde eigendommen plaats gehad, ten einde de wettelijk-belastbare opbrengst meer in overeenstemming te brengen met de werkelijke, terwijl eene herschatting en nieuwe classificatie van de ongebouwde eigendommen, waaraan nog grootere bezwaren verbonden zijn, zich nog steeds iaat wachten. Schoon het kadaster, althans bij ons, geen eigendom geeft en zelfs niet altijd den eigendom van den waren eigenaar constateert, is het toch voor de zekerheid van den eigendom van vaste goederen en van de daarop klevende zakelijke regten van het hoogste gewigt.

Vooreerst staat daardoor de identiteit van het perceel, zijne begrenzing, zijn omvang en zijn aard zooveel mogelijk vast. Over 't geheel geeft het tevens een vrij vertrouwbaar antwoord op de vragen: wie is eigenaar van zeker perceel? staan er — en zoo ja, welke — perceelen ten name van zekeren persoon? — Ook de jurisprudentie in ons land neemt aan, dat het te naam staan bij het kadaster een vermoeden van regt oplevert ten voordeele van hem, die als regthebbende geboekt staat. Het kadaster doet de op den grond rustende zakelijke regten ook kennen, hoewel ze niet vermeld worden in de extracten uit de kadastrale leggers. Die regten worden, evenals de acten van eigendomsovergang, gevestigd door inschrijving of overschrijving der titels van constitutie of van transport in dezelfde openbare registers, waarin de eigendomsovergangen te vinden zijn. Deze registers berusten, evenals de hypotheekregisters, ook onder den bewaarder van het kadaster. Een ieder kan zich ook van die registers inzage, uittreksels en afschriften laten geven. De bewaarder geeft ook verklaringen omtrent den bezwaarden of onbezwaarden toestand van de perceelen af.

De registers van het kadaster kunnen ook het karakter hebben van die soort van Grondboeken, die den eigendom of het regt van den teboekstaanden persoon onherroepelijk bewijzen; bij ons, zooals gezegd is, heeft het dat karakter niet. Alléén tegenover den Staat is de te boek staande persoon als eigenaar de aansprakelijke persoon voor de opbrengst der grondbelasting, waarvoor bij wanbetaling, ook het perceel zelf geëxcecuteerd kan worden. Al is de inrigting van het kadaster bij ons ook nog verre van volmaakt, wij verheugen ons toch zeer in het bezit van die instelling, die, behalve de genoemde voordeelen, ook medewerkt tot de vestiging en uitbreiding van een gezond en ruim gronderediet. De Engelsche economisten en staatslieden benijden ons die instelling, welke, evenals de registratie, in Groot-Brittannië tot heden ontbreekt. In de laatste jaren is onze regéring er mede bezig, om het eiland Java te kadastreren, — eene onderneming, die wegens de groote moeijelijkheden en zware kosten slechts zeer langzaam vooruitgaat.

< >