Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kaap de Goede Hoop

betekenis & definitie

Zóó noemde Vasco de Gama in 1492 het westelijk zuidpunt van Afrika, hoewel dit reeds van zijn eersten ontdekker, Bartolomeo Diaz (1487), den naam van Stormkaap ontvangen had. Het ligt op 34°35' Z.B. en 18° 28' O. L. van Greenwich. Het daarmede verbondene Kaapland, dat zich over 10 lengte- en evenzoovele breedtegraden uitstrekt, grenst ten noorden aan het Namaqua-land, alsmede aan de gewesten der Koranna’s, Hottentotten en Bosjesmannen, en ten oosten aan het land der Kaffers en aan de Indische Zee, welke zich ten zuiden van de Kaap vereenigt met den Atlantischen Oceaan. Het heeft eene oppervlakte van 9000 □ geogr. mijl, bezit een bergachtigen bodem en wordt besproeid door onderscheidene rivieren, van welke de Kei-, de Breede-, de Vaal- en de Groote Vischrivier de voornaamste zijn.

Het klimaat is er gezond. Behalve steenkolen vindt men er goud en vooral in den laatsten tijd diamanten. Tot de belangrijkste voortbrengselen behoort er de Kaapsche of Constantia-wijn en de Pontak; de gewone wijnen van de Kaap vinden wegens hun eigenaardigen aardsmaak in onversneden toestand geen aftrek in Europa.

Men telt er ongeveer 65000 inwoners, die gedeeltelijk van Europésche afkomst zijn. Inzonderheid heeft men er vele Nederlanders en Engelschen. Immers de Nederlanders hebben er in 1651 de eerste kolonie gesticht, nadat van Riebeek in 1648 de Oost-Indische Compagnie op de belangrijkheid van dat punt had opmerkzaam gemaakt. In 1652 verrees er de Kaapstad. Deze kolonië werd in 1795 door de Engelschen genomen, in 1802 bij den vrede van Amiens teruggegeven, in 1806 opnieuw overweldigd en in 1814 bij den Vrede van Parijs door hen in eigendom verworven.

Het. land is in 2 provinciën verdeeld, namelijk de west-provincie of eigenlijke Kaap en de oost-provincie of Uytenhage. De eerste omvat de districten Kaap, Pearl, Malmesbury, Caledon, Stellenbosch, Swellendam, George, Woreester (Tulbagh), Clan-William en West-Beaufort, — en de laatste de districten Uytenhage, Graaf-Reynet, Colesberg, Cradock, Somerset, Albany, Victoria, Port-Elisabeth, Albert, Fort Beaufort en Britsch Kafraria.

Het Kaap-district is het kleinste, maar tevens het belangrijkste en volkrijkste district. Het is in een groot aantal arrondissementen verdeeld en bevat:

De Kaapstad (Cape Town), de hoofdstad van het Kaapland. Zij ligt 3 uren gaans ten noorden van de Kaap, aan den noordelijken voet van den Tafelberg (1100 Ned. el hoog), in eene door bergen omgevene vlakte, ten zuiden van de ruime Tafelbaai, die niet altijd voor schepen eene veilige wijkplaats aanbiedt. De stad is van vestingwerken voorzien en de huizen zijn er gedeeltelijk in Nederlandschen, gedeeltelijk in Engelschen trant opgetrokken, met platte daken voorzien en met tropische gewassen versierd. Voorts is zij omgeven door fraaije tuinen en landhuizen. Het voornaamste plein, het Paradeplein genaamd, ligt nabij de zee; daar verheffen zich het paleis van den gouverneur en een groot aantal handelsmagazijnen.

In de Kaapstad, door een spoorweg over Stellenbosch en Pearl met het bloeijende dorp Wellington verbonden, heeft men het bestuur der kolonie, een Engelschen en R. Katholieken bisschop en een 15-tal kerken, onder welke zich de hoofdkerk, aan St. George gewijd, de Nederlandsch-Hervormde en eene Luthersche kerk, alsmede 4 synagogen bevinden. Voorts heeft men er eene boekerij met 36000 deelen, een fraai stadhuis en ruime kazernen, een collége, een astronomisch en magnetisch observatorium, eene Nederlandsche normaalschool, een muséum, een prachtigen botanischen tuin en onderscheidene genootschappen. Het aantal inwoners bedraagt ruim 30000, en de handel is er van groot belang, daar er jaarlijks 500 tot 600 schepen binnenvallen.

Nadat de Kaap de Goede Hoop in het bezit van Engeland gekomen is, hebben vele plattelandsbewoners van Nederlandsche afkomst, in de oostelijke districten wonende, zich verzet tegen het Britsch gezag. In verbond met de Hottentotten deden zij invallen in de landen der Engelschen en maakten het er dezen zeer lastig. Met hen, namelijk met de Nederlanders, Boers genaamd, kwam in 1354 een verdrag tot stand, waarbij Engeland het gebied aan de Oranje-rivier als een vrijstaat erkende. Een andere vrijstaat, werwaarts de Boers zich in 1848 hebben teruggetrokken, is de Transvaalsche Republiek (zie onder die beide namen).