Intrigue, afkomstig van het Latijnsche woord intricare (verwikkelen), noemt men eene kunstige, listige verbinding of verwikkeling van daden en personen tot een bepaald doel. In het drama verstaat men daardoor de min of meer toevallige of opzettelijk bijgebragte omstandigheden, waardoor de hoofdpersonen belemmerd, op het dwaalspoor geleid en in verlegenheid gebragt worden. In elk drama, inzonderheid in het blijspel, heeft men zulk eene intrigue, en als deze laatste op den voorgrond staat, zoodat de karakters aan hare ontknooping dienstbaar gemaakt zijn, dan geeft men aan zulke drama’s den naam van intrigue-stukken.
Gewoonlijk onderscheiden deze zich meer dan de karakterstukken door comische kracht, welke alsdan uitgaat van de lachwekkende omstandigheden, waarin de personen zich bevinden. Toch is karakterteekening hierbij geenszins uitgesloten. Tot de beste van die soort behooren de Spaansche „mantel- en degenstukken (comedias di capa y espada)”, — voorts „Le mariage de Figaro” van Beaumarchais. — In het dagelijksch leven noemt men dengene, die door listen en kuiperijen op behendige wijze zijne oogmerken zoekt te bereiken, een intriguant.