Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hunnen

betekenis & definitie

Hunnen is de naam van een Aziatisch volk, dat onder aanvoering van Balamir de Alanen onderwierp, met deze in 375 over de Don trok, het Gothische rijk van Ermanarich vernietigde en alzoo eene belangrijke rol begon te vervullen in de geschiedenis der Westersche volkeren. Zij waren in vele onderling onafhankelijke stammen verdeeld en bewoonden de vlakte tusschen de Wolga en de Donau. Later werd de vlakte van de Theisz het hoofdgebied hunner heerschappij. Reeds in 395 ondernamen zij belangrijke rooftogten in Azië van den Caucasus tot aan Syrië.

In Europa was het eerst Thracië blootgesteld aan hunne geweldenarij, en hunne benden bereikten er onder het bevel van Arcadius Uldin bijkans de muren van Constantinopel. Gedurende het bewind van den magtigen Attila waren, behalve de Oegriërs, ook de Akatziren of de voorvaderen der Chasaren, de Slawonen en een groot gedeelte der Germaansche volkeren met de Hunnen vereenigd. Na den dood van Attila ontstond een strijd tusschen zijne beide zonen. De onderworpene volkeren wierpen het juk van hunne schouders, — in de eerste plaats de Gepiden, en in een gevecht tegen deze sneuvelde Ellak, de zoon van Attila, door dezen voor de heerschappij bestemd. Het land aan de Donau en de Theisz werd toen door de Hunnen ontruimd; zij trokken over de Proeth en de Dnjepr en gehoorzaamden hier weder aan afzonderlijke vorsten. Een van deze, een zoon van Attila en Dengizïk geheeten, viel in 468 in den strijd tegen de Oost-Gothen, en met hem verdwijnt de naam van het rijk der Hunnen. Bij het Romeinsche leger had men nog Hunnen, die door Narses tegen de OostGothen werden aangevoerd.

Het volk zelf bleef nu onder den naam van Koetoergoeren ten westen en onder, dien van Oetoergoeren ten oosten van de Don gevestigd, en eerstgemelden maakten zich in de 6de eeuw geducht door hunne invallen in het Oost-Romeinsche rijk. Over den oorsprong der Hunnen koestert men verschillende gevoelens. Sommigen houden hen voor de Hiongnoo der Chinezen, anderen voor Pinnen en alzoo voor de stamvaders der Magyaren. De Hongaarsche overlevering, volgens welke deze van de Hunnen afkomstig zijn, is vermoedelijk eerst in de 12de eeuw door de verspreiding van het Nibelungenlied ontstaan. Daar de Hunnen uit de oorden tusschen de Oeral en de Irtisj westwaarts trokken en die landen van ouds door Oegriërs bewoond werden, behooren zij voorzeker tot den Oegrischen of Pinschen stam. Doch al rekent men Hunnen tot de Oegriërs en al zijn de Magyaren desgelijks van een Oegrischen stam afkomstig, daaruit volgt nog niet, dat deze juist die der Hunnen geweest is.