Humbert. Onder dezen naam vermelden wij:
Jean Emile Humbert, een verdienstelijk Nederlandsch oudheidkundige. Hij werd geboren te ’s Hage den 28sten Julij 1771, was in 1795 luitenant der genie in dienst der Staten-Generaal, en vertrok toen, op aanzoek van den Bey, naar Tunis, om aldaar aan de versterking van het fort La Goulette werkzaam te wezen. Hij trad er in het huwelijk met de dochter van den Nederlandschen consul en bleef er totdat Nederland het Fransche juk had afgeschud. Hij werd toen bij ons leger geplaatst als kapitein der genie, later bevorderd tot den rang van luitenant-kolonel, en ontving de orde van den Nederlandschen Leeuw. Toen in 1820 te Leiden een afzonderlijk kabinet van oudheden geopend werd, bezorgde hij daaraan 4 belangrijke Punische monumenten, door hem op de plek van het oude Carthago (niet ver van Tunis) ontdekt, waarover hij reeds in 1812 geschreven had: „Notice sur quatre cippes sepulchraux, découverts sur le sol de l’ancienne Carthage”. Ook werden zij afgebeeld en door Hamaker en Reuvens beschreven.
Vervolgens werd Humbert naar Italië gezonden om oudheden te verzamelen , en hij bragt veel merkwaardigs bijeen. Zijne antieke en middeneeuwsche medailles vonden eene plaats in het Koninklijk penningkabinet te ’s Hage, en later door hem opgespoorde stukken in de verzameling van den hoogleeraar van der Chijs te Leiden. Humbert genoot de vriendschap van Reinhold, Nederlandsch gezant te Rome, en werd door Niebuhr geraadpleegd over de ligging van het oude Carthago. Ook was de hoogleeraar Reuvens van plan om, geholpen door belangrijke bouwstoffen, uit de papieren van Humbert afkomstig, een groot werk over Carthago te schrijven, toen hij door den dood werd weggerukt. Humbert zelf, aan het zachte klimaat van het zuiden gewend, keerde telkens naar Italië terug, vertoefde veelal te Pisa, ondervond nog de ramp, dat zijne echtgenoote en eenig overgeblevene dochter te Tunis aan de pest bezweken, en overleed te Livorno den 20sten Februarij 1839. Omtrent zijn broeder David Pierre Gioitin Humbert de Superville, zie Superville.
Reinier Karel Emanuël Johan Maria Ferdinand Eugenius Humbert, kroonprins van Italië. Deze, een zoon van Victor Emanuël, werd geboren den 4den Maart 1844, ontving eene zorgvuldige opvoeding en toonde reeds vroeg groote belangstelling in krijgsaangelegenheden. Nadat hij bereids in 1859 deelgenomen had aan den oorlog tegen Oostenrijk, werkte hij met ijver aan de bevordering der Italiaansche eenheid, en verwierf hierdoor al spoedig eene ongemeene populariteit. Vóór het uitbarsten van den oorlog van 1866 ging hij naar Parijs om uit te vorschen, hoe men in Frankrijk dacht over het verbond van Italië met Pruissen. In den slag van Custozza (24 Junij 1866) voerde hij als Iuitenant-generaal het bevel over eene divisie onder Cialdini, en zijne zorg verhinderde, dat de terugtogt ontaardde in eene wanordelijke vlugt. Met Bixio dekte hij voorts den aftogt van Durando. Na de verovering van Bome (September 1870) aanvaardde hij het opperbevel over de bezetting aldaar.
Intusschen heeft hij zich sedert 1866 hoofdzakelijk gewijd aan de bevordering van den vrede, van welvaart en beschaving, daar hij zeer goed inzag, dat Italië in de eerste plaats behoefte had aan de opbeuring van landbouw, handel en nijverheid. Alzoo bekleedde hij in laatstgenoemd jaar het eerevoorzitterschap van de Italiaansche commissie voor de wereldtentoonstelling te Parijs, terwijl hij voorts zooveel mogelijk aan alle Italiaansche tentoonstellingen luister bijzette door zijne tegenwoordigheid. Deswege viel hem de volksgunst meer en meer ten deel, en deze nam aanmerkelijk toe door zijne vrijzinnige gevoelens op het gebied van godsdienst en staatkunde. In 1867 volbragt hij eene reis naar Duitschland, en in 1871 bezocht hij zijn broeder Amadéus te Madrid. Sedert 22 April 1868 is hij gehuwd met zijne nicht Margareta Maria Theresia, eene dochter van zijn oom Ferdinand, hertog van Genua, en prinses Elisabeth van Saksen. Zijn zoon, Victor Emanuël, prins van Napels, en vermoedelijk na hem de erfgenaam van den troon, werd geboren den llden November 1869.
