Hölty (Ludwig Heinrich Christoph), voortreffelijk Duitsch dichter, geboren te Mariensee bij Hannover den 21sten December 1748, gaf reeds vroeg blijken van zijne poëtische gaven. Nadat hij het gymnasium te Celle bezocht had, studeerde hij te Göttingen in de theologie en werd lid van den aldaar bestaanden dichterkring, terwijl hij er tevens eene verborgene genegenheid koesterde voor een meisje, dat later met een ander in het huwelijk trad. In 1774 ondernam hij met Johann Martin Miller eene reis naar Leipzig, en bragt in 1775 met zijn broeder een bezoek aan zijne dichterlijke vrienden te Hamburg en te Wandsbeck. Reeds toen was zijne gezondheid zeer geschokt, en zijn toestand verergerde door het overlijden van zijn vader.
Vruchteloos zocht hij genezing te Hannover, en in het voorgevoel van den naderenden dood dichtte hij sombere elegiën. Juist maakte hij een bundel gedichten voor de pers gereed, toen hij op den lsten September 1776 bezweek. Zijne verzen onderscheiden zich door een diep gevoel, door zachten weemoed, door roerende dweeperij met liefde, vriendschap en het schoone in de natuur. Zijne „Gedichte” zijn door Vosz en Stolberg (1783) uitgegeven en later bij herhaling in het licht verschenen.